donderdag 29 november 2018

Zelf bonbons maken

Wist je dat er in chocola heel weinig vitamines zitten? 
Juist daarom moet je er veel van eten! ;)

Dit schandalig lekkere recept voor bonbons helpt je hier goed bij!
Deze bonbons zijn gemaakt van pure chocola en verbergen 
 
een tongstrelende, zachtzoete vulling. De vulling bestaat uit Carne de Membrillo. De wát brillo?
Laat me het even uitleggen.
Je bent zomaar opeens belandt bij deel 3, het laatste in de serie over kweeperen.

  • Het loflied over kweeperen inclusief geleirecept vind je hier.....
  • En hoe je een pure, helende gel  maakt van kweepeerpitten (goed tegen ruwe handen en kloven), vind je hier!

Oh, die verrukkelijke kweepeer, familie van de roos!
 In deze bonbons komt die heerlijk zoete geur en smaak helemaal tot z'n recht.
Terwijl ik twee maanden terug de kweepeergelei maakte, waarvoor ik het sap nodig had, bleef het vruchtvlees over. 
Dit vruchtvlees van de kweepeer kookte ik, samen met evenveel suiker, in tot een dikke massa. 
Dit duurde heel lang, maar was leuk om te doen. 
Op deze manier kun je trouwens meer snoepgoed maken, want dát ontstond er toen ik klaar was.

Ik stortte het mengsel in een cakeblik, liet het afkoelen en sneed het in plakken.
Deze Carne de membrillo is lang houdbaar. Het komt trouwens uit het Spaans. Membrillo betekent kweepeer en Carne de Membrillo is de superdikke ingekookte gelei van de kweepeer.
In Spanje wordt het traditioneel geserveerd bij schapenkaas, maar in een chocoladelaagje gehuld smaakt het hemels!
Heb je geen tijd om het zelf te maken?
Carne de membrillo is in een Spaanse winkel te koop en ook online te bestellen.

Bonbons met kweepeervulling

Ingrediënten:
             voor ongeveer 50 stuks
  • 300 g pure chocolade; let op het Fair Trade keurmerk 
  • 400 g Carne de Membrillo (ingedikte kweepeerpasta)
  • vetvrij bakpapier

Hoe maak ik het klaar:
Breek de chocolade in blokjes. Ik gebruik pure chocola omdat die het beste smelt en weer mooi opstijft. Ik kreeg zelfs een reep chocola, waarbij vermeldt werd dat ik deze bonbons ervan móest maken! ;) Witte chocola is, door het gebrek aan cacao, geen succes. Verwarm de chocola au-bain-marie. Ik zette een kleiner pannetje in een grotere pan met een laag water.



Al roerend smelt de chcocola tot een diepbruine, fonkelende chocoladesaus.

Snijd een blokje van een plakje membrillo af. Als deze al wat zachter is, zoals bij mij, kun je ook een balletje draaien tussen je vingers.

Doop het blokje of het balletje met een dessertlepel in de chocoladesaus en met behulp van een tweede lepel haal je het er weer uit. Leg de warme en nog zachte bonbon op een bord wat bedekt is met vetvrij bakpapier.
De bonbons hoeven niet allemaal even groot te zijn of precies rond of gelijkmatig. Je mag best zien dat het ambachtelijk handwerk is. Daar is niets mis mee!
Ook als er wat randjes uitlopen, is dat niet erg. Die breek je er later gewoon af.
Zet het bord, als het vol ligt met de bonbons, even in de koelkast om af te koelen.
De bonbons worden ook hard buiten de koelkast, maar dan duurt het wat langer.
Wil je een extra dikke laag chocola? Dan doop je de bonbons voor een tweede keer in de chocoladesaus.
Als je de vulling klaar hebt, zijn deze bonbons eigenlijk zó gemaakt. Kinderen vinden het super om te helpen en geef ze eens ongelijk. Lekker snoepen tussendoor van de chocola.

Je kunt dit werkje makkelijk onderbreken, als dat nodig is. Laat het pannetje met chocola gewoon staan. De chocola wordt hard en je gaat verder als je tijd hebt. Heb je te weinig chocola? Voeg wat extra blokjes toe. Of geef je chocoladeletter een leuke bestemming!

In plaats van kweepeerpasta, kun je ook ander (zelfgemaakt) zacht snoepgoed als vulling voor deze bonbons gebruiken. Bijvoorbeeld een dikke plak fruitleer, of Turks fruit òf vlierbloesemsnoepjes.....
Ideeën genoeg....
Meer recepten met kweeperen komen volgend jaar, want...… goed nieuws! Ik ga binnenkort toch een eigen kwee boompje kopen. Samen met de buurman heb ik er een plekje voor gevonden. Jippie!!

Is je vulling op en heb je chocoladesaus over? Je kunt dit storten in een vorm voor chocolaatjes of een ijsblokvorm.
Je kunt ook fruit in de chocolade dopen, denk aan een chocoladefondue met winterfruit. Of roer er pinda's doorheen voor pindarotsjes. De mogelijkheden met chocola zijn eindeloos.
Dus..... leef je uit!


Geniet van deze bonbons.
Wil je ze op bijvoorbeeld Kerstavond nog kunnen serveren?
Maak ze dan niet te vroeg, ze zijn op voor je er erg in hebt.
Zó mjummmm…..


maandag 26 november 2018

Oosterse stamppot met Amsoi

Het is weer om te stampen!!
En met deze grauwe dagen voegen we gewoon een zonnig, oosters tintje toe aan de stamppot.

Voor het groen in deze stamppot gebruikte ik Amsoi. Je kunt dit vervangen door Kaiso, Kailan of het bekendere Paksoi.  Het hoort allemaal bij de familie van de Brassicacea… een koolsoort.
Van augustus tot nu kun je het in sommige winkels, zoals een toko of Natuurvoedingswinkel, vinden
Hoe dan ook..... in mijn tuin groeide dit jaar Amsoi en dat was een wonder, want ik zaaide het in de uiterst droge periode midden juli en toen ik op vakantie was, raakte ook het water in de regenput op.....
Dat is denk ik de reden dat mijn Amsoi veel later pas begon te groeien.
En nu pluk ik daar nog de bladeren van.
Mooi trouwens, hè?! Licht groen blad met prachtige, paarse randjes.....

Amsoi is een Surinaamse groente met lichte mosterdsmaak. Dus eerst vroeg ik mijn Surinaamse vriendin hoe zij dit klaarmaakt. Een heerlijk, licht roerbakgerecht wat ik met rijst serveerde, was het resultaat.
Maar in deze stamppot smaakt de Amsoi ook heerlijk. Kun je geen Amsoi vinden, kies dan voor Paksoi.



Oosterse stamppot met Amsoi

          Voldoende voor 4-6 personen
Ingrediënten:
  • 1,5 kg biologische aardappelen
  • fijn zeezout
  • 2 struiken Amsoi 
  • 125 g cashewnoten
  • 1 tl gerookt paprikapoeder mild
  • 150 ml sojaroom
  • 150 g belegen kaas
  • 2 bosui (of stengelui)
Hoe maak ik het klaar:
Schil de aardappelen (of boen ze grondig schoon) en snijd ze in stukken. Breng ze aan de kook in een bodem water met wat zeezout.
Was ondertussen de groente en snijd zowel de stengels als het blad in smalle reepjes. 
Rooster de cashewnoten vlug lichtbruin in een droge koekenpan. Laat ze afkoelen op een bord, waar je de paprikapoeder door schept.
Snijd de bosui in stukjes en schep deze er ook door. Ik heb heel veel uistengels in de zomer geoogst, fijngesneden en ingevroren. Hiervan gebruikte ik nu zo'n drie eetlepels.
Als de aardappelen gaar zijn na zo'n 20 minuten,  giet ze dan af en stamp ze fijn. Roer er de sojaroom doorheen tot het een smeuïge puree wordt. Voeg eventueel wat water toe, als je te weinig room hebt.
Snijd de kaas in kleine blokjes. Voeg deze samen met de groente toe aan de puree en roer goed door. Verwarm de stamppot nog een paar minuten op laag vuur. 
Verdeel het cashewnotenmengsel over de stamppot en serveer meteen.

Wedden dat je grauwe, sombere dag wat opfleurt met deze Oosters getinte stamppot?
Try this at home.


En ik weet het nu zeker.  Ik zaai volgend jaar weer Amsoi in mijn moestuin!



zondag 25 november 2018

Bloemstuk met hyacinten

Als ik hyacinten in de winkel zie, gebeuren er twee dingen met me: ik word enorm hebberig en ik word creatief!!
Ik houd erg van de bedwelmende, zoete geur van hyacinten....

Bij alle bol-bloemen voorziet de bol de plant van groei- en bloeikracht. Een bol bestaat uit rokken, een bekend keukenvoorbeeld hiervan is de ui. De buitenste rokken zijn droog en perkamentachtig en bieden bescherming voor de binnenkant. De binnenste rokken zijn vlezig en zitten vol voedingsstoffen. Uit dit reservevoedsel worden de stengel, bladeren en de bloem gevormd. Een bloembol is voor de bloei dus niet aangewezen op aarde of water Ook zonder deze, voor niet-bolplanten onontbeerlijke voedingsstoffen, groeien hyacinten gewoon.

En dát geeft eindeloze mogelijkheden.


Voor dit leuke stukje dook ik even in de schuur.
Naast al mijn 'echte' tuinspullen (lees: moestuin-spullen) en imkerspullen, staat daar één stoffige krat met bloemschikspullen en decoratiemateriaal voor binnen. En ik kom er van alles tegen.

De basis voor dit stukje met hyacinten vind ik in een grillig stuk kienhout.
Kienhout is half gefossiliseerd hout dat in veenlagen wordt gevonden. Het wordt vaak in aquaria of tuinvijvers gebruikt ter decoratie. Je kunt kienhout kopen in een dierenwinkel waar ze aquaria-benodigdheden verkopen.
Ik gebruikte het kienhout heel anders deze keer.

Bloemstuk met hyacint

Wat heb je nodig:
  • grillig gevormd stuk kienhout
  • 3 hyacintbollen
  • groen binddraad
  • kerstlampjes met batterijen (…)
  • decoratiebloemetjes


Hoe pak ik het aan:
Zet alle spullen klaar. Werk je binnen (wel zo lekker met deze kou), gebruik dan een paar kranten om schoon te kunnen werken en de losse aarde op te vangen.
Haal de bolletjes uit de pot en scheur ze eventueel los van elkaar. Schik de bolletjes op het kienhout.
Ik klemde één bolletje tussen twee grillige uitsteeksels. De andere bolletjes maakte ik vast met behulp van binddraad.


Ik haalde het door een gat in het hout (of neem een uitsteeksel) en steek het schuin door de bovenkant van de bol heen. Het draad draait zich makkelijk vast en zo blijft het bolletje staan op het hout. Doe dit bij de bollen die het nodig hebben. Laat de wortels gedeeltelijk zitten. Dit geeft een authentieke, mooie uitstraling.
Zorg dat het batterijendoosjes aan de achterkant uit het zicht ligt.
Verdeel er vervolgens een paar decoratiebloemetjes tussen.
En klaar is je bloemstuk!

Varieer gerust met andere materialen en bloembollen.
Batterijen.... ik gebruik ze liever niet en zo weinig mogelijk. Met kerst maak ik af en toe een uitzondering zoals bij dit bloemstuk.
Maar natuurlijk kun je je bloemstuk ook vlakbij een stopcontact plaatsen en zo batterijen uitsparen.

Schijnt het zonnetje overdag: lampjes uit

Is het schemerig, donker of een grauwe dag: lampjes aan.

En het mooiste komt nog...… straks gaan ze bloeien.

Ben jij ook dol op hyacinten in huis?
Ik schreef al eerder de volgende blogs:

&
gezelligheid in huis

Geniet ervan!


donderdag 22 november 2018

Boterkoek met bramencrumble

Wie zegt er nu 'nee' tegen een lekker stukje boterkoek?
Lekker zoet comfortfood voor grauwe winterse dagen om je warm bij te voelen.
Ik maakte nu een wel heel lekkere variant: met een laag bramen(jam) en crumbles!

Want de hele zomer lang maakte ik jam in..... maar een boterham met jam zie je me nooit eten.  Gelukkig: met dit recept kan ik genieten van bramenjam (of welke jam dan ook) en het smaakt heerlijk.
En last but not least: het is ook nog eens snel klaar. Geniet je mee??

Boterkoek met bramencrumble

                      genoeg voor 12 punten
Ingrediënten:

  • 100 g volkorenmeel
  • 100 g biologische bloem + 40 g voor de crumbles
  • 175 g biologische roomboter
  • 125 g lichte basterdsuiker
  • 1 tl vanillesuiker (maak het eens zelf en klik daarvoor hier)
  • snufje fijn zeezout
  • 1/2 losgeklopt ei
  • 150 g bramenjam (4 tot 6 el)

Hoe maak ik het klaar:
Verwarm de oven voor op 210 graden.
Doe de meelsoorten, de suiker en het zout in een kom en roer door elkaar.
Snijd de boter in hele kleine blokjes en voeg toe. Klop het ei los en voeg de helft toe aan het deeg. Begin met kneden tot je een samenhangende bal hebt.
Neem een speciale boterkoekvorm en verdeel het deeg in vieren. Bedek de bodem met drie vierde deel van het deeg.
Verdeel hierover een laag bramenjam.
Maak met het overgebleven deegballetje een kruimeldeeg door de extra 40 gram bloem toe te voegen en het met je vingertoppen vlug door te kneden. 

Verdeel deze kruimels over de jamlaag.
Schuif de boterkoek in het midden van de hete oven en bak in 25 minuten gaar en goudbruin.
Laat afkoelen voor het serveren.


Tips: 
  • Als je dit recept verdubbeld kun je dit ook in een vierkante vorm of op een kleine bakplaat bakken. Doe er een vetvrij bakpapier onder. Je kunt dan gemakkelijk blokjes snijden als je kleine hapjes wilt serveren of voor bij een high tea.
  • Je kunt elke smaak jam of gelei gebruiken voor deze boterkoek. Uitermate geschikt voor mensen met een grote jamvoorraad ;)
  • Gebruik eens suikervrije jam, voor een minder zoet resultaat

Verwen jezelf en geniet van deze heerlijke boterkoek!

dinsdag 20 november 2018

Mince meat maken voor Kerst

Tadaa! Nog 34  dagen te gaan en dan is het Kerstavond!! De Engelse taal verwoordt met: it's Christmas time, het beter. Er wordt de tijd vóór en rondom Kerst mee bedoelt. Het zijn niet maar twee Kerstdagen die we vieren, ook het toeleven naar Kerst (Advent) hoort erbij.
Hier in huis klinken er, Sinterklaas ten spijt, al af en toe kerstliedjes omdat oudste dochter er zo 'n zin in heeft.
En nu begin ik van de weeromstuit ook al. Want wil je eens lekkere, traditionele Engelse pies (kleine, gevulde gebakjes) serveren tijdens de Kerstdagen? Dan moet je nú de vulling al gaan maken.
En dat is niet alleen een leuk, maar dus ook een verwachtingsvol klusje......
We wachten tot het Kerst wordt.....
 en we wachten tot de Mince Meat smaken goed op elkaar zijn ingewerkt.

Hoewel de naam anders doet vermoeden, komt er gelukkig geen vlees in voor.
Wat er dan wel in zit? Allerlei soorten gedroogde vruchten, wat noten, wat suiker en wat rum...…

Ach, niet gedraald: hier komt het recept!

Mince Meat

             voldoende voor 3 potjes van ongeveer 300 g
Ingrediënten:

  • 85 g krenten
  • 175 g ongezwavelde rozijnen
  • 85 g gedroogde cranberry's
  • 85 g gedroogde biologische abrikozen
  • 50 g sukade
  • 25 g amandelen
  • halve kleine appel
  • 60 g roomboter
  • 110 g lichtbruine basterdsuiker
  • 1/2 tl kaneel
  • snufje kardemom
  • snufje gemberpoeder
  • halve biologische(!) citroen
  • 100 ml witte rum

Hoe maak ik het klaar:


Weeg alle ingrediënten af.
Snijd de abrikozen in kleine stukjes en de amandelen in vieren. Schil de appel en snijd 'm in piepkleine blokjes. Rasp de schil van de halve citroen en pers de vrucht uit.
Snijd de boter in kleine blokjes en doe ze in een steelpannetje. 
Zet op het laagste vuur en voeg alle ingrediënten, op de rum na, toe. 

Laat het zo'n tien minuutjes pruttelen en roer af en toe rustig door. De gesmolten boter vermengt zich met de andere ingrediënten. Laat het mengsel daarna volledig afkoelen en roer er tot slot de rum doorheen.
Doe het mengsel in schone glazen potjes en sluit af met een deksel. 
Deze rijke vulling is genoeg voor ongeveer drie potjes van 300 gram. En hiermee kun je ook drie keer het recept bakken voor echte Engelse Mince Pies.

Door de alcohol en de suiker is deze Mince Meat zeker zes maanden houdbaar. Na ongeveer vier weken is de Mince Meat goed op smaak en kun je hem gebruiken voor de Mince Pies of ander gebak.

Zo'n leuk potje is trouwens ook een origineel en persoonlijk kerstcadeautje. Dus verdubbel het recept gerust als je veel mensen kent die je hiermee wilt verrassen.
Wil je juist niet alles zelf maken? In sommige Nederlandse delicatessenwinkels kun je MinceMeat kant en klaar kopen en ook online wordt het verkocht. Maar ja, er is toch niets leuker dan zelf-máken en precies weten wat je erin hebt gedaan?!

Variatietip:   Vroeger gebruikten de Engelsen niervet, in plaats van roomboter.
Maar wil je een nog koosjere versie, zonder boter, dan kun je de boter vervangen door kokosolie


Maak jij het ook alvast, samen met mij, klaar?!
Ruim voor Kerst ga ik op mijn blog het recept delen van de Mince Pies.
Super lekkere, Engelse mini-gebakjes.


Als preview alvast deze foto van een Mince Pie die ik vorig jaar maakte.
Blijf je wachten op m'n blog of ga je alvast (nieuwsgierig) zelf op zoek naar een recept?


Hoe dan ook: fijne voorbereidingstijd! Fijne tijd van verwáchting!!

donderdag 15 november 2018

Luxe appeltaart met stroopwafeldakje

Voor mijn lief, die vandaag jarig is, bakte ik een schandalig lekkere taart....
Als semi-Bourgondiër en echte Zoetekauw heeft hij het wel eens moeilijk in mijn (meestal) gezonde, alles-zelf-doen-keuken.
Dus deze dag verwen ik hem met al het zoete waar hij van houdt: appeltaart, stroopwafels en.... ook met het geheime ingrediënt in deze vulling.....

Deze taart vond ik in 'Landleven'. Het oorspronkelijke recept is 'van Taart tot Toet', waar je ze ook kunt bestellen.

Hier volgt mijn iets aangepaste versie

Appeltaart met stroopwafeldakje

                 genoeg voor 12 stukken
Ingrediënten:
  • 150 g biologische bloem
  • 150 g biologisch volkoren meel
  • 100 g suiker
  • 175 g zachte roomboter
  • snuf gemalen zeezout
  • 1 ei
       voor de vulling:
  • 5 grote appels (Jonagold of Goudreinet)
  • 9 blokjes karamelfudge
  • 75 g ongezwavelde rozijnen
  • 30 g rietsuiker
  • 2 tl kaneel
  • 6 stroopwafels
  • 1/2 volkoren beschuit
         Springvorm van 24 cm

Hoe maak ik het klaar:
Weeg de droge ingrediënten voor het deeg af en roer ze goed door elkaar in een grote kom.
Snijd de roomboter in hele kleine blokjes en voeg samen met het ei toe.
Kneed alle ingrediënten van het deeg tot een samenhangende bal.
Leg het in de koelkast te rusten voor ongeveer een half uur.

Schil ondertussen de appels, verwijder de klokhuizen en snijd de appels in kleine stukjes. Snijd de karamelfudge in piepkleine blokjes en doe ze samen met de rozijnen, rietsuiker en kaneel bij de appelstukjes. Schep alles goed om.

Verwarm de oven voor op 170 °C.
Vet een bakvorm  in en bekleeed deze met het deeg. Het uitrollen is bij mij vaak een crime, dus tegenwoordig druk ik het deeg er in en verdeel het min of meer gelijkmatig over de bodem en zijwanden. Verkruimel de halve beschuit fijn en strooi over de bodem. Je kunt ook wat paneermeel gebruiken. Dit gebruik je om te voorkomen dat je taart te vochtig is. Een vulling met fruit bevat immers altijd vocht.
Verdeel vervolgens de vulling over het deeg en druk een beetje aan.
Trek de stroopwafels gewoon met de hand uit elkaar in kwarten.  Verdeel deze stukken over de appeltjes.
Zet de taart in de voorverwarmde oven en bak 'm in ongeveer 55 minuten tot een uur goudbruin en gaar.
Laat de taart op het rooster rustig afkoelen.


Deze taart is een dag later, als de smaken op elkaar in gewerkt zijn, op z'n lekkerst!
Ik bakte er gelijk twee..... ook de collega's op de zaak mogen 'm proeven.


Dat 'ie in de smaak viel, verbaast me niet, maar is goed om te horen!
En ik denk zomaar dat ik deze luxe taart - feest of geen feest - nog heel vaak mag bakken!!

maandag 12 november 2018

Stoofpeercakejes

Stoofpeertjes zijn deze herfst weer volop verkrijgbaar..... heerlijk!
Ik heb geen boom, maar hoef ze ook niet te kopen. Van buurvrouw Thea, twee huizen verder, krijg ik altijd een paar tassen vol stoofperen. Het is eigenlijk een soort van ruilhandel, want in de zomer breng ik haar courgettes en vijgen.
Je begrijpt, hier ben ik erg blij mee. Meestal maak ik de stoofpeertjes in, zodat ik er een jaar lang van kan genieten.
Op de traditionele manier bij het avondeten worden ze hier niet gegeten. Nee.... een lekker gebakje gaat er hier beter in.
Met bladerdeeg maak ik ze regelmatig klaar. Maar nu heb ik opnieuw een heerlijk recept voor jullie: cakejes met stoofpeertjes, getrempeerd met stoofperensiroop...…. 

Pas op, je eet je vingers er bijna bij op!

Stoofpeercakejes

       voldoende voor 16 cakejes
Ingrediënten:
  • 350 g (ongeschilde) stoofperen
  • 350 ml water
  • 100 en 150 g rietsuiker
  • 100 g biologische bloem
  • 100 g biologisch volkorenmeel
  • 2 tl vanillesuiker (maak het lekker zelf)
  • 1/2 tl dubbelkoolzure soda (baksoda)
  • 1/2 tl wijnsteenbakpoeder
  • 1/2 tl gemberpoeder
  • 1/2 tl kardemom
  • 1/2 tl kaneel
  • snuf zeezout
  • 100 ml biologische volle yoghurt
  • 150 g zachte boter
  • 2 eieren
  • amandelschaafsel

Hoe maak ik het klaar:
Schil eerst de stoofpeertjes, haal de klokhuizen eruit en snijd ze in blokjes. Zet ze met 100 g suiker en het water op en kook ze tot ze zacht zijn. 

Ze hoeven niet rood te worden, alleen maar gaar. Prik met een vork in de blokjes om dat te voelen. Meestal duurt dit niet zo lang: tien minuten ofzo.
Haal de blokjes uit het vocht en laat ze afkoelen.
Zet het suikerwater op het vuur en laat het inkoken. De hoeveelheid vocht neemt af en wordt een (dikke) siroop.
Verwarm ondertussen de oven voor op 170 graden. 
Doe alle droge ingrediënten in een kom en meng deze goed. Snijd de boter in hele kleine blokjes. Voeg vervolgens de boter, de yoghurt en de eieren toe en roer goed, stevig door. Je kunt het eventueel mixen, maar dat heb ik zelf niet gedaan. Je kunt de boter ook van tevoren smelten, dat roert ook makkelijk door. Roer vervolgens de stoofpeerblokjes door het beslag en verdeel het over een muffinvorm of zestien cakevormpjes.
Bak de cakejes in ongeveer 20 minuten mooi goudbruin en gaar.
Rooster ondertussen het amandelschaafsel in een droge, warme koekenpan.
Wanneer de cakejes zijn afgekoeld trempeer je ze met het stoofperensap. 

Tremperen betekent doordrenken. Je kunt de cakejes ook in de siroop dippen.
Verdeel vervolgens het geroosterd amandelschaafsel erover.



En.... smullen maar!
Zeker als de cakejes net uit de oven komen en nog een beetje warm zijn...…


Tip: je kunt het beslag ook bakken in een cakevorm. Neem een kleine vorm van ongeveer één liter. Houd er bij het bakken rekening mee dat de oventijd drie keer zo lang duurt. Dus 60 minuten en dan nog even 'prikken' om te kijken of de cake gaar is.

Heerlijk!!

Geniet er ook van!

donderdag 8 november 2018

Appelsap zelf maken

Meestal is het andersom: dan heb ik fruit - in dit geval appels - over en ga ik kijken wat ik ermee kan klaarmaken.
Nu had ik fléssen over: al keurig uitgekookt stonden ze klaar. Het verwachte druivensap bleef uit, daar had ik te lang mee gewacht en de druiven waren inmiddels rozijntjes (ha, ha, met pit) geworden.
Maar nu.....
Zonde van mijn werk om die flessen weer op te bergen voor volgend jaar.


Okay.... dan maak ik eens appelsap! 

Ik had nog een mand vol met appels staan. Zogenaamde moesappels: niet mooi van vorm en met rotte of beurse plekjes.
Met appels kun je heel veel doen en ik leef  me daar ook echt mee uit. Maar appelsap maken stond nog op mijn to-do-list dit jaar en ook daar is nog genoeg mee te doen. Zo kun je er later - naast dat je het opdrinkt -  nog cider, siroop of stroop van maken. Ik wil er vandaag graag appelstroop van maken en stap één is daarvoor dus..... het maken van appelsap!

Er zijn twee manieren om appelsap te maken.
Op de koude manier: met een sapcentrifuge of slowjuicer
Of op de manier waarbij je de appels verhit: met de sappan of op de ouderwetse manier!

Ik heb al veel over de sappan uitgelegd in het blog over bessen ontsappen. Klik hier om daar meer over te lezen.

Je kunt met deze twee verschillende methoden vast al wat verschillen raden.
  • Vers koudgeperst sap is maximaal 2 dagen houdbaar in de koelkast.
  • Appelsap verkregen door verhitting is wel een jaar houdbaar.
  • Vers koudgeperst sap bevat nog alle vitamines en mineralen. Puur sap....
  • Verhit appelsap bevat nog veel mineralen en gezonde stoffen, maar B-vitamines en vitamine C verdwijnen voor het grootste deel door verhitting.
Er zijn ook overeenkomsten:
  • Je voegt géén suiker toe
  • Het schoonmaken van de appels gaat snel, je hoeft ze niet te schillen
Ik gebruikte deze keer de sappan, die speciaal gemaakt is om met stoom het sap uit fruit vrij te maken.

 De sappan bestaat uit drie delen. In het onderste compartiment doe je water, in het bovenste deel doe je het fruit. Het middengedeelte is bedoelt om het sap in op te vangen. Als het water kookt, maakt de stoom van het kokende water de plantencellen kapot. Stoom is agressief. De wild botsende watermoleculen kunnen daarom in een korte tijd de celwanden van het fruit kapot maken zodat aroma's en vocht vrijkomen en weglekken. Het sap loopt door de gaatjes in het middengedeelte, waar ook een kraantje met een slangetje aan zit. Op deze manier kun je het sap makkelijk opvangen en in flessen doen.

Heb je geen sappan en wil je toch sap maken? Doe het dan op de ouderwetse manier, door het fruit in een grote pan te koken met een klein laagje water. Kook tot het fruit zacht en kapot is en giet het fruit dan in een zeef met neteldoek. Wat erdoorheen loopt, vang je op: dat is het sap.

De appels voor appelsap hoeven niet geschild te worden.

Verwijder wel de lelijke en zachte plekjes. Snijd de appels in stukken en verwijder ook het klokhuis.
Appels bevatten van zichzelf voldoende vruchtsuikers, dus suiker hoeft niet te worden toegevoegd.
Doe de appels in de pan en laat ze zestig minuten lang stomen (of koken). Korter levert minder sap op, langer levert meer verlies van voedingsstoffen op.

Het sap laat ik vanuit de sappan via een slangetje in de schone en met kokend heet water omgespoelde fles lopen.In het bovenste compartiment blijven de appels gewoon liggen.  Ik had niet zoveel sap als ik had gedacht: nog geen twee liter.
Maar het leuke is, dat ik de appels bovenin gewoon kan gebruiken voor appelmoes.
Ik voegde uit de losse pols wat suiker toe en met de staafmixer pureerde ik de appel(schillen) fijn.

Grappig: ik maak eigenlijk altijd appelcompote en dat is veel meer werk, doordat ik alle appels netjes schil. Nu heb ik appelsap en als bijproduct wél zes(!) potten appelmoes. Ik ben er blij mee. 
Niet alleen mijn lege flessen zijn gevuld, ook de lege en al schoongemaakte potjes die op hun bestemming stonden te wachten, zijn gelijk gevuld.
Dat is nog eens handig...… ga ik vaker doen!



Heb jij wel eens zelf appelsap gemaakt? 
Op welke manier maak jij het?






dinsdag 6 november 2018

Klovengel van kweepeerpitten

Wat is 'tie toch bijzonder, die kweepeer! Een vergeten fruitsoort......
Nou, wat mij betreft komt daar verandering in!
Want de kweepeer is niet alleen heerlijk om te verwerken in gelei, jam, koek en bonbons.....
Hij is ook gezond en zelfs helend.
Zo maakte ik, terwijl ik eigenlijk bezig was om kweepeergelei te maken, ondertussen een gel op basis van de pitjes van de kweepeer.
Deze gel of zalf is zó simpel te maken dat het bijna gênant is om er een blog over te schrijven, 
maar ik doe het toch!
De pitjes van de kweepeer zitten bomvol pectine. Eetbaar zijn de pitjes niet, omdat er ook blauwzuur in zit, in de vorm van amygladine. Dit is een potentieel giftige stof, maar voor uitwendig gebruik kan dit geen kwaad. Als de pitjes heel blijven, is het onschadelijk.

Klovenzalf van kweepeerpitjes

Benodigdheden:
  • schoon glazen potje
  • verse pitjes van de kweepeer
  • water of alcohol
Hoe pak ik dit aan:
Ik schreef al eerder dat je van de kweepeer niets moet weggooien. De schil en de pitjes zitten vol pectine en deze stof zorgt voor binding.
Maak je dus gelei, jam of likeur of bereid je kweeperen met kip of rodekool..... wát het ook is: verzamel de pitjes bij het doorsnijden van de vruchten. Soms wordt aanbevolen om de pitjes mee te koken, maar je kunt altijd een deel achterhouden.

Was de pitjes níet af, maar doe ze, slijmerig als ze zijn, in het goed schoongekookte, glazen potje wat je hebt klaarstaan. Mijn handen werden gelijk overdekt met een soort slijmlaag, maar ze voelden daarna ook heel zacht aan. 
Dat belooft wat!
Als je een laagje pitjes hebt, voeg je wat water toe, zodat ze net onder staan. Je zult zien dat na enige tijd - bij mij gebeurde dit al na een half uur - het water dik wordt, tot er een soort gel ontstaat.
Dit is dus eigenlijk de zalf en het is ook direct bruikbaar als zalf.
Als het erg dik wordt, kun je wat meer water toevoegen, zodat je ook meer gel krijgt.

Na twee dagen zeef je de pitjes eruit.
Bewaar deze gel of zalf in een afgesloten potje in de koelkast.
Het is niet lang houdbaar, omdat er verder geen enkele toegevoegde stof in zit, geen conserveringsmiddel, geen E-nummers of wat dan ook. Geeft dat geen goed gevoel? Zo'n pure zalf!!!Heel verzorgend voor de nog zachte en dunne  kinderhuid en uitermate geschikt bij een droge, ruwe of schrale huid.

Bij kloven werkt deze gel vooral goed.
De laatste jaren heb ik elke zomer wel een keer last van een kloof in mijn voet. Op zo'n vervelend plekje, vlakbij mijn grote teen. Meestal heb ik er in de winter geen last van, omdat mijn voeten dan minder droog zijn.
Dus ik was al bang dat ik deze klovenzalf niet zelf kon uittesten.
Maar alsof ik erom gevraagd had, kreeg ik ineens een bekend pijnlijk gevoel aan mijn voet.

Ja, hoor! Vanuit het niets een kloof (diepe scheur in mijn huid die gemeen pijn doet).
Omdat ik de dag erop veel moest lopen, besloot ik de gel gelijk uit te proberen.
Ik las ergens dat het voldoende is om deze zalf zo'n twee keer per dag te smeren. Ik deed dat maar in het kwadraat. Nu drie dagen later, kan ik zeggen dat ik niets meer van mijn kloof voel.
He's gone….
Echt een wondermiddel dus, deze klovengel.

Het handige bij het maken van deze zalf, is dat je het elke keer gewoon kunt aanvullen.
Gebruik je nieuwe kweeperen? Verzamel de pitjes en voeg ze weer toe aan je potje met gel.
Zo kreeg ik van 3 kilo kweeperen ongeveer 200 ml gel, gezeefd. 

Oh ja, heb je geen enkel probleem met het uitwendig gebruik van alcohol, dan kun je deze klovenzalf ook maken door in plaats van water alcohol te gebruiken.
Overgiet de pitjes dan met alcohol. In plaats van (medicinale) alcohol kun je ook sterke drank als jenever of wodka gebruiken (38% vol).
Door de alcohol is deze gel nu veel langer houdbaar, ga gerust uit van een half jaar.
Het nadeel is dat alcohol als eigenschap heeft dat het je huid uitdroogt. Dus als je op een droge huid alcohol gebruikt, gebeurt er niet precies wat je zou willen dat er gebeurt...…. denk ik;)
En voor een kinderhuid zou ik het niet gebruiken.
Nou ja, kies zelf wat bij je past en probeer uit wat voor jou werkt.

Ik ben blij met mijn potje klovengel en vooral met het resultaat wat ik ermee heb bereikt!
Ga jij het ook eens maken en uitproberen?