maandag 29 juli 2019

Zoete posteleinsalade

In mijn eigen tuin laat het zich al een tijdje niet zien, ondanks verwoede zaaipogingen van mijn kant.
Maar van Lisan kreeg ik een 'zootje' porselein. Wist ik veel wat een 'zootje' was.....

Bleek het bijna 3,5 kilo te zijn.
Omdat het een echte slinkgroente is, werd er fijntjes bij vermeldt.
Dit snijdt hout, behalve als je de postelein niet kookt, maar er salade van maakt.
Maar het komt uiteindelijk wel goed hoor. Postelein is mijn lievelingsgroente met z'n ietwat ziltzure smaak van fijne, zachte blaadjes. Ik ben er reuze blij mee, dus heel erg bedankt, Lisan!
En deze salade is een topper.
 
 

Zoete Posteleinsalade

        bijgerecht voor 4-6 personen
Ingrediënten:
  • 250 - 300 g postelein
  • 1/2 rode ui
  • 50 g zonnebloempitten
  • 40 g rozijnen
  • 20 g cranberries
  • 100 g harde geitenkaas
      voor de dressing:
  • 1 el mayonaise
  • 1 el appelazijn of citroensap
  • 1 tl kokosbloesemsuiker
  • versgemalen peper
  • versgemalen zeezout
Hoe maak ik het klaar:
Meng alle ingrediënten voor de dressing in een schaaltje, roer goed door en laat staan.
Was de postelein goed en snijd de stelen ongeveer twee keer door. Pel en snipper de rode ui heel fijn. Snijd de kaas in kleine blokjes. Rooster de zonnebloempitten in een droge koekenpan.
Schep de postelein, de kaasblokjes, de uisnippers, de zonnebloempitten, de rozijnen en cranberries in een ruime schaal door elkaar.

Schenk de dressing over de salade.
Even omscheppen en klaar.
Een heerlijke friszoete salade.

Heel geschikt als voorgerecht, bijgerecht, maar als lunch is het ook een lekkere salade.
 
Variaties: gebruik belegen (koeien) kaas als je dit lekkerder vindt
Vervang de cranberries door rozijnen
En voor de rode ui kun je ook een sjalot nemen
 
 
Als je aan postelein kunt komen - of als je Lisan kent :) - neem het met beide handen aan.
Dit is waanzinnig lekker!
En wist je dat postelein ook gezond is? Ze bevat veel vitamine A en C
en verschillende spore elementen.
Ze kalmeert en is licht slaapverwekkend. Ze verzacht bij inwendige ontstekingen.
Geniet ervan!



 
 

woensdag 24 juli 2019

Bramen-kruisbessenjam

Weet jij de overeenkomst tussen een braam en een kruisbes?
Het lijkt het begin van een mopje, maar dat is het niet! ;)
Het antwoord is: ze hebben allebei super scherpe stekels waar je zeker mee in aanraking komt voordat je de vruchtjes geplukt hebt.
En de tweede overeenkomst: ze groeien dit jaar gelijktijdig in mijn tuin, dus tijd om er een combijam (dát is een heel raar woord geworden) van te maken.
 
Lees dus als combi-jam: twee vruchten in één potje!
Ik doe eens lekker simpel, zoals ik pas bij een workshop jam maken uitlegde aan deelneemster Mirjam.
Jam maken met geleisuiker is super eenvoudig. Dat kan iedereen!
Dus vandaag deel ik het recept van bramen-kruisbessenjam....
En of het lekker is??!
 

Bramen-kruisbessen jam

            voldoende voor 8 potten jam


Ingrediënten:
  • 700 g bramen
  • 700 g kruisbessen
  • 1 kg geleisuiker 1:1
  • 200 g geleisuiker halfzoet


Hoe maak ik het klaar:
Maak de vruchten schoon door ze voorzichtig af te spoelen onder de kraan. Let op: vooral de bramen zijn teer. Verwijder het steeltje van de kruisbessen.

Het staartje kun je laten zitten.

Neem een grote pan en doe daar de schone vruchten in. Voeg de geleisuiker toe en roer goed door.
Zet op het vuur.


Het lijkt een heleboel suiker en dat is het ook. Maar suiker heeft een conserverende werking waardoor de jam lang houdbaar blijft. En dát willen we met jam maken ook....
 Breng zachtjes aan de kook en laat het geheel 4 minuten koken.
Vind je al die hele vruchten wat te veel van het goede, gebruik dan de staafmixer om de jam wat fijner te krijgen. Ik laat sommige vruchtjes heel, een deel mix ik fijn.

Zorg dat er goed schoongemaakte potjes klaar staan. Ik kook potjes altijd uit met sodawater en spoel ze vlak voor gebruik nog twee keer uit met kokend heet water.
Zet na vier minuten het vuur uit en schenk de kokendhete jam in de schone potjes. Zet deze op de kop weg en draai ze om als ze afgekoeld zijn. Het deksel is dan vacuüm getrokken en zo weet je dat de jam lang houdbaar is.

Nog even iets over de vruchten: van elke vrucht en van elke hoeveelheid vruchten kun je met geleisuiker makkelijk jam maken.
Aan geleisuiker is pectine toegevoegd en dit is, simpel gezegd, een verdikkingsmiddel dat van nature ook in de schil van vruchten zit. Maar de hoeveelheid pectine is per vrucht verschillend.
Zó zijn aardbeien en kersen pecctinearme vruchten, maar appels, pruimen en bessen bevatten veel pectine. Door verhitting breekt pectine af, dus te lang laten koken of in laten dikken is niet een goed idee. Dan blijft de jam dun.

Je hebt de 'gewone' geleisuiker die je in een verhouding van 1:1 gebruikt.
Je gebruikt dus evenveel suiker als vruchten.
Vaak wordt de jam erg zoet, maar het is wel gemakkelijk.
Als je bijvoorbeeld 237 g aardbeien hebt, voeg je simpel 237 g suiker toe.
Je hebt ook geleisuiker speciaal. Hiermee maak je halfzoete jam.
Voor 1250 g vruchten heb je maar 500 g geleisuiker nodig.
En de kooktijd is korter:  maar 1 minuut.
Voor de houdbaarheid maakt het niet uit: zoete of halfzoete jam zijn beiden een jaar houdbaar.
Bij onze buren in België en Duitsland is er ook geleisuiker maxi waarin de verhouding vruchten en suiker 3:1 is.
 
Jam maken zonder geleisuiker is ook mogelijk.
Kies dan bijvoorbeeld bio rietsuiker of een andere variant.
  Jam maken zonder suiker, kan zelfs ook.
Zie mijn recept:   Exotische suikervrije vijgenjam  of
En... maak jij wel eens jam?
Wat is jouw favoriete jamrecept?!





 

 

dinsdag 23 juli 2019

Mijn moestuin in juli

Oh, wat hou ik van mijn moestuin!! Wat een heerlijk plekje is het....
als ik door het hek mijn tuin binnenloop, word ik blij en rustig. 
De tuinspreuk van deze maand zegt het ook:

Tuinieren: goedkoper dan therapie

 en je houdt er nog tomaten aan over ook!


Niet dat het alleen maar chill is om er te zijn, zoals een buurvrouw opmerkte... want hard werken hoort er zeker bij, maar het is werken met mijn haren in de zon en mijn voeten in de aarde.
 
Deze week moest ik heimelijk lachen om meneer houtduif.
Dat ging zó.... mijn zwarte bessenstruiken brengen dit jaar vreemd genoeg geen vruchten voort, dacht ik. Maar een beurtjaar zoals je dat hebt bij verschillende bomen (denk aan de kersenboom, de walnotenboom etc) was me nog niet bekend van de bessenstruik.
Tot ik dus meneer houtduif wat langer observeerde. Met een hevig klapperend vleugelgeluid kwam hij zó m'n tuin binnengezeild en landde in één keer in de bessenstruik,  met zó'n gemak; dat móet hij vaker hebben gedaan! Dat er wat takjes doorbogen onder z'n gewicht hinderde hem niet in het minst. Wel mijn abrupte verstoring van de rust. Op de rand van het tuinhuis van de buren bleef hij even verbaasd zitten  kijken. Een levende vogelverschrikker, dacht hij vast.
Afbeeldingsresultaat voor houtduif

Maar binnen het half uur probeerde hij het nog drie keer, met elke keer mijn actie van opstaan, roepen en in mijn handen klappen. De vierde keer was wat later.... ik was een (onkruid)bed opgeschoven. Ik hoorde het onmiskenbaar klapperende geluid van vleugels, maar wel wat voorzichtiger. En helemaal aan het andere einde van de schutting - echt niet in de buurt van de bessenstruik - landde de duif. Ik bleef observeren. Zachtjes, pootje voor pootje liep de grote vogel over de schuttingrand naar de achterkant van de tuin, richting de bessenstruik.....
Toen hij vlakbij was, durfde hij de kleine sprong te wagen, maar helaas.... ik was nog steeds in de tuin en op mijn qui-vive.
Ha ha.... daarna leek het of ik had gewonnen. Maar ja.... toen ik uit de tuin weg was, weet ik natuurlijk niet wat er nog meer gebeurde. Enneh.... de bessenstruik blijft leeg.

Over vogels gesproken......


Helemaal in een hoekje van de tuin, officieel bij buurman Teun, staat een kippenhok. Had ik gekregen in de winter en nu staat het daar prima met m'n twee kipjes erin. Heel gezellig!


 
 Mijn kipjes moesten plaats maken voor de kuikentjes die dit voorjaar kwamen...
Maar het is niet alleen gezellig, mijn loopje naar de moestuin heeft nu een dubbel doel. Ik neem vaak wat brood- of kaaskorstjes mee. En wat te denken van het doel in de winter: de hele tuin omwoelen en het onkruid kort houden, dat zien we wel zitten.
 En ik 'oogst' regelmatig een ei.....


Vraag me niet waarom, maar ik liep langs de pruimenboom, waar de duif aan voorbij gevlogen was en ik moest opeens denken aan het gedicht wat ik ooit, lang geleden bij Nederlands heb moeten leren. Over 'Jantje zag eens pruimen hangen.....'
Maar oh..... hoe ging dat nu verder?? En wie was ook alweer de schoolmeester die dit moraliserende gedicht voor kinderen schreef?

Natuurlijk kwam ik daar dankzij Google snel achter, maar ik vind het leuk het hier te schrijven.

Jantje zag eens pruimen hangen,
o, als eieren zo groot
't Scheen dat Jantje wou gaan plukken,
schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader
noch de tuinman die het ziet
Aan een boom zo vol geladen
mist men vijf, zes pruimen niet
Maar ik wil gehoorzaam wezen
en niet plukken, ik loop heen
Zou ik om een hand vol pruimen
ongehoorzaam wezen? Neen
Voort ging Jantje, maar zijn vader
die hem stil beluisterd had
Kwam hem in het lopen tegen,
vooraan op het middenpad
Kom, mijn Jantje, zei de vader
Kom, mijn kleine hartendief
Nu zal ik u pruimen plukken
Nu heeft vader Jantje lief
Daarop ging papa aan het schudden
Jantje raapte schielijk op
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen
en liep heen in een galop.
 
Door: Hiëronymus van Alphen
 
Wie heeft dit vroeger ook uit het hoofd moeten leren?
Oh ja, en de foto..... later kwam ik nog grotere pruimen tegen.
 
En lekker dat ze dit jaar zijn!!

 
Ik kan nog wel even doorgaan met oogsten en schrijven over oogsten.
 
 

Wat te denken van de kruisbes.
Bij de groene variant vind ik het altijd lastig te bepalen wanneer hij rijp is, maar
als het besje zacht voelt als je er lichtjes in drukt, is 't ie ook zoet aan de binnenkant.
En ik kan spieken bij de buurman die ook de rode kruisbes heeft staan.
Ik maakte dit jaar van het stekelige vruchtje vlaai en jam.
 Dan is die rode aalbes, hoewel wat zuur, toch heel wat toegankelijker. Het allerliefst eten we ze, de steeltjes 'gereept',  met wat vruchtensuiker en dan eventjes in de koelkast gezet.

Dat is natuurlijk een heerlijk ontbijtje voor mij.... zo'n bakje vol! Luxe.... 

Was het maar altijd juli, altijd tijd om zomerfruit uit eigen tuin te oogsten.....
Zelfs de bramen zijn al zwart,  klaar om te oogsten. Al weer zo vroeg, dit jaar!
Ik ga er lekker van genieten. Als je ze aanraakt en ze vallen in je hand, dan zijn ze echt goed zoet!!  En geloof me, dat wordt hier uitgebreid getest :)


En het is zo leuk om te zien dat het echt loont om een fruitstruik, die bijna geen onderhoud nodig heeft en elk jaar opnieuw vruchten geeft, in je tuin te hebben staan! Ik heb wel eens mensen zien berekenen hoeveel geld de moestuin hen precies oplevert.... nou, daar ga ik niet aan beginnen, want heel veel dingen zijn niet in geld uit te drukken. Maar als ik dit dan in de reclame in de winkel zie liggen, voel ik me erg blij met mijn fruitstruiken.



 Oogsten maakt altijd blij....  maar dit jaar merk ik dat ik zelfs begin te genieten van onkruid wieden..... 
Bij aardappels rooien gaat dat trouwens gelijk op.
De planten uit de grond, de grond omwoelen om geen aardappeltje te vergeten en ondertussen is het onkruid er omheen ook weg.
 
De aardappel is ook zo'n heerlijke plant om met kinderen te telen.
Lekker overzichtelijk qua groei (100 dagen in de grond) en het geeft zulke blijde gezichten als er onder die bladerrijke plant opeens zoveel aardappels uit de grond tevoorschijn komen! Met de schooltuinlessen van dit jaar, waar ik verzuimd heb over te schrijven, maar dat terzijde, was het vooral deze aardappeloogstles écht een feest! Ik laat de kinderen zoeken naar de moederaardappel en ook dat vinden ze geweldig als ze die gevonden hebben. Natuurlijk is het vervolg in de keuken het allerleukst: zelf verse patat en chips bakken. 
Mijn twee kleine rijtjes aardappels, over van de schooltuintjes, heb ik dan ook geoogst met m'n zoon van 11 en mijn tuinhulpje van 10 jaar.  Dit was hun leukste tuinklus!
 
 
Bijzondere dingen oosten, is een groot voordeel van een eigen tuin.
Zo besloot ik dit jaar lavas te oogsten om te drogen.
Simpel in een bosje hang ik het te drogen, daar heb ik mijn droogoventje niet voor nodig.
Er hangt onder het dakraam zelfs nog vlierbloesem en kamille te drogen.
Het bosje lavas heb ik na het drogen vermalen met de staafmixer en nu heb ik een kruidig, groen poeder, ideaal om ook in de winter, als het niet meer in de tuin groeit, te kunnen gebruiken in bouillons en soepen. 


Zo oogst ik van de rode biet ook het blad en vandaag at ik dat nog in een hartige taart, in plaats van spinazie. En al dat mooie groen van de venkel, verwerkte ik in een bijzondere pesto.  Lekker, hoor!

Dit jaar oogst ik de rabarber ook nog later dan gebruikelijk....  veel mensen zeggen dat dit nog best  kan. En omdat ik in juni niet oogstte, zitten mijn planten nu echt vol met lange dikke stelen en enorm grote bladeren. Ik werkte gewoon mijn to-do lijstje af en maakte lekker rabarbersap.
 
Waar ik tegelijk jaloers en blij van wordt, is de witlof.....

Een beetje jaloers omdat die bij buurman Teun wel gelijk goed groeit.....
 
En toch blij, want er komen ook een paar kleine plantje bij mij boven......


Het is niet veel, maar misschien, als het verder allemaal goed gaat, net een maaltje. En anders, kreeg ik al de verzekering, mag ik ook wat witlof van de buurman hebben.
Het is me al een paar jaar niet gelukt, die witlof.  De teelt is ook best intensief en bijzonder, maar daarover later meer. Laat het eerst maar groeien....



Tot die tijd is het genieten van de tuin, het mooie weer en de vakantie.
Het was lang geleden dat ik een moestuinblog schreef, maar mijn passie ligt echt in mijn tuin.
Ik geniet ervan.
De volgende keer meer over 'bijzondere' of 'nieuwe' groentes.



  

vrijdag 19 juli 2019

Suikervrij rabarbersap

Het stond al een tijdje op mijn to-do-list: rabarbersap maken. Maar dat kan eigenlijk niet meer ná de langste dag van het jaar. Nu voel ik me een beetje schuldig.....  want ik oogstte nog rabarber en dat terwijl juli al over de helft is.
Om twee redenen is dat namelijk minder goed:
  1. De hoeveelheid oxaalzuur neemt enorm toe en heel gezónd is dat niet voor je. Dat stroeve gevoel op je tanden bijvoorbeeld komt van oxaalzuur.
  2. De plant zelf moet op kracht komen en z'n energie naar de wortels sturen, zodat die zich goed ontwikkelen. Wist je dat een rabarberplant zeker 10 jaar oud kan worden en zo lang op de dezelfde plek kan groeien?
Maar goed..... toch gezondigd; ik heb rabarber geoogst. De planten zaten zó bomvol rabarber....  ik oogstte in no-time meer dan 5 kilo. Ik had in juni niets geoogst en heb ook nu nog voldoende laten zitten.
Maar de pompoenplanten die ernaast staan, krijgen tenminste weer voldoende licht en ruimte...
 
Van die kilo's en kilo's rabarber maakte ik dus sap.
Eigenlijk wilde ik een combi-sap maken. Met appel of aardbei ofzo....
Maar nergens vond ik een recept hiervoor.
 
Dus ik maakte het zelf en met de sappan is rabarbersap maken een koud kunstje, eerlijk gezegd.
Ik deed het vandaag tussen de bedrijven door: ik was ondertussen nog bezig flessen en potjes uit te koken, ik dronk thee en kletste bij met een vriendin en maakte jam.
Resultaat van dit multitasken?
Een mooie voorraad rabarbersap wat lang houdbaar is en......
 het is zelfs een versie zonder suiker geworden.
Dát is wel een uitdaging, want rabarber is echt zuur.
En toch is 't ie lekker geworden.
Leuk, hè?!!
 

Suikervrij rabarbersap

Ingrediënten:
              voldoende voor 3,5 l sap
  • 4,5 kilo rabarber
  • 500 ml diksap (appel met gele vruchten)
    verder nodig
  • sappan
Hoe maak ik het klaar:
Met een sappan sap maken is echt super simpel.
Maak de rabarber schoon, snijd lelijke of uitgedroogde plekken weg en was de rabarber. Snijd ze in grove stukken en doe deze in het bovenste deel van de sappan. Doe in het onderste deel water en breng aan de kook.
Laat de sappan 45 minuten goed doorkoken. Door de hete stoom, die eerst door de trechter en vervolgens door de gaatjes van het bovenste deel van de pan bij de rabarber terecht komt, komt het sap vrij. Langzaam zal dit uit de rabarber lekken in het middelste deel van de pan.
Na 45 minuten is het de optimale tijd van ontsappen. Korter levert minder sap op, langer zorgt ervoor dat er naast sap ook vezels en andere stoffen in het sap terecht komen.

Je kunt dit sap zoeten met suiker, maar dat wilde ik niet.
Dus koos ik voor appeldiksap met gele vruchten.

Ik goot deze bij de rabarber in de pan. Natuurlijk lekt deze door en het vermengt zich met het rabarbersap.
Wil je het sap langer kunnen bewaren, werk dan zeer schoon. Gebruik flessen die in soda water zijn uitgekookt en vlak voor gebruik nog eens met kokend water worden omgespoeld.
Doe het kokendhete sap via het slangetje van de pan in de flessen en zet deze omgekeerd weg. Door het langzaam afkoelen zal het deksel op deze manier vacuüm trekken.

Zo is het rabarbersap wel een half jaar houdbaar. Eenmaal geopend bewaar je de fles in de koelkast en drink je het sap binnen een week op.
Je proeft het zuur van de rabarber goed, maar het sap is  zoet genoeg, door het diksap.
Lekker!

En kijk hier....  als ik even niet oplet is opeens één fles al leeg ;)




Wil je meer lezen over het gebruik van de sappan en andere saprecepten uitproberen?

Klik dan eens hier:
 
 

maandag 15 juli 2019

Snelle pasta met venkelpesto

Dit is zo'n eenvoudig en snel pastagerecht wat je makkelijk klaarmaakt na een drukke, enerverende dag.
En toch zet je een verse, gezonde maaltijd op tafel!
Dit gerecht bedacht ik met de pesto van venkelgroen van vrijdag.
Proef en geniet mee....


Snelle pasta met venkelpesto


                  voor 6 personen
Ingrediënten:
  • 500 g biologische macaroni grande of andere soort 
  • 3 el olijfolie
  • 250 g vegetarische quorn/ wokreepjes/kipstuckjes
  • 1 ui
  • 1 venkelknol
  • halve hoeveelheid venkelpesto uit het recept van gisteren
  • 150 g geraspte kaas
Hoe maak ik het klaar:

Kook de - liefst volkoren pasta - gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Als je de pasta afgiet, vang dan een kopje van het kookvocht op. Meng hier de pesto doorheen. Doe de pasta terug in de pan met een scheutje olie.
Roer de pestosaus erdoor.
Verhit in een hapjespan of braadpan de olie en bak de vegetarische blokjes 5 minuten op middelhoog vuur. Pel de ui en snipper 'm. Voeg de ui toe en bak deze 2 minuten mee.
Maak de venkelknol schoon, halveer en snijd de kern eruit. Snijd de venkel in kleine stukjes. Bak de venkelblokjes even mee. Leg het deksel op de pan en laat de groente zo'n 3 tot 5 minuten stoven.
Meng het groentemengsel door de pasta met pesto.

Goed doorroeren en direct aan tafel!
Serveer met geraspte kaas...


 Variatietips:
Deze pasta met venkelpesto combineert ook goed met doperwten. Laat die dan tegelijk met de pasta meekoken in de pan.
Varieer eens met de vleesvervangers en kies voor vega ham.
Roer nog een scheut sojaroom door de pasta.

Eet smakelijk!



vrijdag 12 juli 2019

Pesto van venkelgroen

Een lekkere pesto en deze keer niet met basilicum, maar met iets wat je normaal misschien zou weggooien.... In de winkel zie je het venkelloof meestal niet meer bij de knol, het is al weggesneden.
 
Heb je een eigen moestuin, dan kun je het venkelgroen prima gebruiken.
Want weggooien is zonde, dus ik maakte van dit decoratieve venkelgroen een pesto....
Heerlijk aromatisch, zacht en toch lekker kruidig.
Dat is deze........

Venkelloofpesto

                voldoende voor 2 porties of potjes
 
Ingrediënten:
  • 1 knolvenkel met loof  of 150 g venkelloof
  • 20 g hazelnoten
  • 30 g zonnebloempitten
  • 200 ml goede olijfolie
  • 2 tenen knoflook
  • 75 g geraspte kaas
     extra nodig:
  • een keukenmachine
Hoe maak ik het klaar:
Was het venkelloof, haal het van de dikke stengels af.  De dunne stengels kun je nog gebruiken en snijd je in stukjes. Pel de knoflook en weeg de andere ingrediënten af.
Doe alles, behalve de olie, in de keukenmachine en laat draaien, tot alle ingrediënten fijngemalen zijn.
Bij mij lukte dit niet in één keer, want één takje draaide zich omhoog, het leek wel kerstgroen in mijn keukenmachine;)
Schenk de olie in een dunne straal in de kom, terwijl de machine draait. Voor deze pesto kun je als je wilt, ook zonnebloemolie gebruiken.
Als het een homogene, groene pasta is, is de pesto klaar voor gebruik.
 
Proef maar eens.....
 
 
Het lekkerste is het om de pesto vers te gebruiken en dat deed ik dan ook.
Ik maakte een heerlijk snel-klaar pastagerecht (klik)
Dit staat binnen 20 minuutjes op tafel en dan heb je in de tussentijd nog de pesto gemaakt ;)

Wil je de pesto bewaren?
Doe dit in de koelkast, luchtdicht afgesloten en bewaar het niet langer dan 5 dagen.
 
Het groen is prima te drogen en geeft een aromatische smaak aan ingemaakte augurken 
en andere groentes in zoetzuur. 
Venkelgroen past ook goed in een kruidenazijn. 
En... alsof het nog niet genoeg is: van het venkelgroen kun je thee trekken.

 Geniet van de andere kant van venkel!
 
 

donderdag 11 juli 2019

Kruisbessenvlaai

Ter ere van de kruisbes en de 16e verjaardag van oudste zoon, bakte ik een echte Limburgse kruisbessenvlaai! In goed Limburgs heet dit Kroaasjele......
Dit is overigens het enige Limburgse woord dat ik ken, vraag me niet naar meer. Maar wie kent niet de wereldberoemde Limburgse vlaaien? En hoe leuk is het om ze ook zelf te kunnen maken?


Ik kwam op dit bakidee notabene door het plantlabel wat nog aan m'n kruisbessen struik vastzit.  En dit jaar kreeg ik lekker veel vruchten!! Mijn struik staat vlak naast de bijenkasten en dat is een goed plekje. Ze zijn allebei wat stekelig, maar het isvooral fijn dat de bijen door het bestuiven zorgen dat er veel vruchten groeien.

Wie kent 'm? De kruisbes, groeiend aan lage struiken met enorm scherpe stekels, met een taai velletje wat je meestal niet opeet, een staartje eraan.....  heb je al deze hindernissen overwonnen, dan heb je een heerlijk friszoet vruchtje.
Wat bewerkelijk eten en bij de groente-afdeling van je supermarkt zul je ze daarom zelden tegenkomen, maar wat zijn ze bijzonder.
Voor mij niet in de laatste plaats door de herinnering aan mijn opa, die verschillende struiken in zijn grote moestuin had staan.
En als ik wil proeven of ze rijp zijn, dan doe ik dat op de manier van opa:
Plukken,  met mijn nagel een sneetje in de vrucht maken en dan leeg zuigen..... zijn ze rijp dan zijn ze heerlijk zoet :)
Maar in deze vlaai is de hele kruisbes goed te eten!!

Kruisbessenvlaai

                     voldoende voor 12  stukken
 
Ingrediënten:
  • 550 g kruisbessen
  • 250 g biologische bloem
  • 150 g volkoren meel
  • 35 g roomboter en wat om in te vetten
  • 2 zakjes gedroogde gist
  • 220 ml ongezoete sojamelk
  • 1/2 tl fijn zeezout
  • 4 tl rietsuiker
  • 2 el paneermeel
  •    en verder:
  • vlaai vorm van  24 cm

Hoe maak ik het klaar:
Meng de beide meelsoorten in een kom. Strooi het zout aan de rand en maak in het midden een kuiltje.
Als je verse gist gebruikt, neem dan zo'n 35-40 gram en meng dit met een beetje lauwe melk. Droge gist kan ook prima, strooi dit in het kuiltje. Verwarm de melk tot lauwwarm en snijd de boter in blokjes. Voeg toe en begin te kneden.
Kneed zeker 10(!) minuten, zodat de gluten goed worden gerekt. Hierdoor verloopt het rijsproces goed. Leg de deegbal in een kom en dek toe met een theedoek die gedrenkt is in heet water. Zet de kom op een tochtvrije warme plek. Laat het deeg ongeveer één uur rijzen.

Kneed de deegbal nog even licht door en verdeel in twee stukken. Bestuif je werkplek met wat bloem en rol de helft van het deeg uit tot een ronde lap. Vet de vlaaivorm in met wat boter en bestuif ook met wat bloem. Druk de ronde deeglap in de vorm. Uitstekende randen aan de bovenkant kun je wegsnijden. Prik de bodem, voor een luchtig resultaat, in met een vork.
Verdeel er eventueel wat paneermeel over, om het vocht wat uit de vruchten vrijkomt op te vangen.
Ik was het vergeten, maar het kwam ook zonder paneermeel goed.

Was de kruisbessen goed en verdeel ze cirkelsgewijs over de bodem van de taart.
Verwarm nu de oven voor op 210 graden.
Neem de overgebleven deegbal en rol deze uit tot een lap. Snijd met de achterkant van een mes lange repen uit het deeg. Je kunt het deeg ook rollen tot lange slierten.
Maak nu een raster voor over de vruchten.
Begin in het midden en leg eerst alle repen verticaal, draai de taart een kwartslag en doe het dan nog een keer.
Zorg dat je de uiteinden goed vastkneedt aan de opstaande rand.


Maak vervolgens een lange reep die je rondom het rasterwerk legt.
Zo zitten de andere repen beter vast en staat het mooier.
Bestrijk alle repen met wat water en strooi er dan 1 el rietsuiker overheen.
Ik streek er ook een keer wat ei overheen, maar toen verbrandde het heel snel.
Schuif de taart in de voorverwarmde oven en bak hem in 30 minuten gaar en goudbruin.


Let op! Als de bovenkant te hard gaat, schakel dan de laatste 10 minuten de oven terug naar 190 graden of draai de taart een beetje als het bruinen niet gelijkmatig gaat.

Houd je van friszuur, dan is de taart klaar.
Wat poedersuiker eroverheen ter decoratie en voor de - volgens sommigen - broodnodige zoetheid is ook een goed idee.

Er zit in het deeg verder geen suiker.

Mijn jarige Job -  een echte zoetekauw -   houdt erg van deze taart, want ook friszure smaken vindt hij om te smullen.

Eet smakelijk en geniet ervan!