Mmmmm... wie houd er niet van?!
Klassiek èn een echte favoriet in Nederland en hier thuis: appeltaart!
Toch maak ik het niet zo vaak als ze hier zouden willen... ik zie altijd op tegen het werk.
Al die appels schillen, klokhuizen eruit halen, in stukjes snijden en dan nog het deeg maken.
Maar nu heb ik daar wat op gevonden! De appeltaartvulling maak ik alvast op voorraad.
Ik bak nu geen appeltaart, want dat komt me niet uit!
Maar de vulling maken als ik er lekker voor ga zitten en tegelijkertijd een studieboek voor
me heb staan... dát gaat best!
Met deze voorraad kan ik in een handomdraai ook voor mijn eigen verjaardag
in april nog een 'makkelijke' appeltaart bakken.
Want alleen het deeg maken, is het werk niet meer!!
De appels die ik deze keer gebruik, zijn wildplukappels. Nou ja.... niet zo erg wild,
want het was bij iemand in de voortuin, maar wat voor ras deze appels zijn, zou ik niet weten.
Appeltaartvulling wecken
Ingrediënten:
- 2,5 kilo onbespoten, stevige appels
- 300 g rozijnen (ongezwaveld)
- 1/2 citroen
- 1250 ml water
- 375 g biologische suiker
- 4 tl kaneel
Hoe doe ik het:
Zorg dat je uitgekookte, brandschone weckpotten plus ringen en klemmen klaar hebt staan.
Ik gebruik de stortglazen van 850 ml van Weck.
Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd de appels in kleine ruitjes of stukjes.
Let op! Gooi de appelschillen en klokhuizen niet weg! Je kunt er appelazijn of appeltaartthee (klik)
van maken. Lekker en handig: zó gebruik je de hele appel.
De appelstukjes moeten aan schoon gewicht twee kilo wegen.
Vermeng met de rozijnen.
Doe de suiker en de kaneel samen met het water in een ruime pan, breng aan de kook en
laat daarna op zacht vuur staan tot gebruik.
Spoel de weckpotten vlak voor gebruik om met heet water.
Vul de potten met de appelstukjes en rozijntjes.
Druk stevig aan. Neem nu de suiker-kaneelsiroop en
schenk deze kokendheet over de appelstukjes in de potten.
Sluit de weckpotten met de ringen en klemmen en
zet de weckpotten met de kokendhete siroop in een grote pan of weckketel.
Leg een theedoek op de bodem van een gewone pan zodat de weckglazen
niet breken of kapot stoten.
Verhit het water tot 90 graden. Of breng het even aan de kook en houd het er daarna net onder.
Je kunt de weckpotten op elkaar stapelen, maar de bovenste pot moet zeker voor driekwart
onder water staan.
Laat de potten nu 30 minuten wecken.
Al de aanwezige micro-organismes, zoals bacteriën, worden door verhitting gedood.
Bij wecken ontstaat er in de weckpot een overdruk, waarbij de warme lucht, stoom en
soms ook wat vloeistof tussen de inmaakring en de glasrand uit de weckpot naar buiten wordt geduwd.
Het deksel en de inmaakring, die worden vastgehouden door de weckklemmen,
functioneren daarbij als een overdrukventiel.
Dat wil zeggen dat er wel een beweging van lucht, stoom en eventueel vloeistof naar buiten toe is,
maar niet naar binnen toe.
Na 30 minuten haal je de potten uit het hete water en laat afkoelen en rusten.
Als ze volledig afgekoeld zijn, kun je de klemmen eraf halen en gelijk zien of het wecken
goed gelukt is. Het lipje van de rubberring staat dan een beetje naar beneden gericht.
Als je er zacht aan trekt geeft het niet mee. De pot zit stevig dicht!
Bij het afkoelen na het inmaken, ontstaat er in de weckpot een onderdruk, oftewel een vacuüm.
Hierbij perst de normale druk van de buitenlucht met grote kracht het deksel op de glasrand en
de inmaakring die er tussen ligt. Hierdoor kunnen de weckpotten met inhoud heel lang bewaard blijven.
Wil je een pot openen, dan trek je het lipje van de rubberring hard naar beneden
om op die manier het vacuüm te verbreken. En dat gaat lang niet altijd vanzelf. ;)
Is een weckpot eenmaal geopend, dan kun je de inhoud in de koelkast zeker nog twee weken bewaren.
Je kunt van deze vulling ook snelle appelflappen bakken.
Nog even geduld en dan... Mmmm!
Met wie eet jij het liefst een stukje appeltaart?