zondag 26 februari 2023

Kaarslonten zelf maken

Het is alweer zo'n drie jaar geleden dat ik voor het laatst kaarsen maakte en mijn voorraad
 kaarsstompen neemt een geweldige omvang aan. Op één of andere manier lukt het me nooit
 om voor de Kerst kaarsen te maken, maar in februari - nog net winter - heb ik de tijd ervoor.

Ik spreid deze keer het kaarsen-maken uit over meerdere dagen en niet zonder reden.
Want naast mooie stompkaarsen (klik) wil ik deze keer wat nieuwe ideeën met jullie delen.

Eigenlijk wil ik terug naar het begin. Bij het maken van kaarsen heb je maar
 twee dingen nodig: kaarsvet en lont.
Ik maak dankbaar gebruik van kaarsstompjes die veel mensen voor me sparen. 
Maar ook van mijn eigen geoogste bijenwas maak ik kaarsen.
Maar welk soort kaarsvet  je ook kiest en welke discussie je wilt aangaan over de gezondheid ervan...
 je hebt altijd een kaarslont nodig en dit is een belangrijk en bepalend onderdeel 
voor de brandduur en kwaliteit van een kaars.
Vandaag  meer over kaarslonten. Ik schreef al eerder dat je die zelf kunt maken 
en daar heb ik nu drie super inspirerende ideeën voor, zodat je fijn zelf aan de slag kunt! 


Lont, pit of wiek
Voordat er een kaars gemaakt wordt, heb je kaarslont nodig.
Eigenlijk is 'lont' een verkeerd woord. Een lont is namelijk een draad of touw van brandbaar materiaal dat wordt gebruikt om vuurwerk, dynamiet of olie te laten ontbranden. Vroeger werd het ook gebruikt bij het afschieten van kanonnen.
Wat in een kaars zit, heeft een heel ander doel en is ook anders gemaakt. Het is geen lont, maar een pit.
Een pit is een katoenen touwtje dat een vloeibare brandstof opzuigt om te branden. 
Steek je een kaars aan, dan smelt het kaarsvet door de warmte van de lucifer. 
Het vloeibaar geworden kaarsvet wordt opgezogen door de pit waarna de kaars gaat branden.
In het Vlaams wordt de pit 'de wiek van een kaars' genoemd.
Ik gebruik de woorden kaarslont en 'pit' de rest van dit blog door elkaar, maar je weet nu hoe het zit. ;)


Pitdikte  of lontdikte
Meet altijd de diameter van je kaars om te bepalen hoe dik je lont moet zijn.
Heb je een afwijkende kaarsvorm, zoals op de foto hierboven, dan neem je de gemiddelde dikte.
Lontmaten zijn altijd een indicatie. Het is belangrijk altijd eerst zelf de lont testen.
Als een kaars gaat druipen is de lont te dun.
Als een kaars gaat walmen is de lont te dik.
Een lont mag ook niet te lang zijn, knip een lont dan af. 
Houd 6 mm uitstekende lont aan. Is de lont te lang, dan gaat de kaars flakkeren 
in plaats van gelijkmatig branden.
Vroeger was het belangrijk een kaars regelmatig te 'snuiten'. Dit is niet anders 
dan het afknippen van de pit wanneer hij te lang werd en teveel uit ging steken. 
Dit 'snuiten' gebeurde met een schaartje waar een bakje aan bevestigd was. 
Het afgeknipte deel van de pit viel in het bakje. 
Bij moderne kaarsen is de pit zo gemaakt dat hij in de hitte kromtrekt. 
Hierdoor komt de punt van de pit in de rand van de kaarsvlam en verbrandt vanzelf.
Ga je zelf lonten maken, dan moet je hier weer op letten.

Bij buitenkaarsen gebruik je een dikkere pit omdat hij bestand moet zijn tegen windvlagen. 
Ook wordt de pit voorbehandeld met paraffine waardoor hij minder snel uitwaait. 

Tegenwoordig worden er kaarsen verkocht met een houten pit. Dit is een trend 
op het gebied van kaarsen omdat het - naast dat deze houten lont goed en schoon brandt - ook
 een knisperend geluid geeft, wat doet denken aan het geluid van een open haard. 
En houten lonten zijn duurzamer omdat er duizenden lonten kunnen worden gewonnen 
van één enkele boom. Heb jij al eens kaarsen met een houten lont gebrand?

Op deze site zie je de verschillende lontmaten afgestemd op de dikte van de gemaakte kaars. 

Katoenen lont

De meest gebruikte kaarslont is die van katoen. Katoen zuigt kaarsvet (de brandstof) goed op. Meestal heb je een lont die uit verschillende dunne vezels bestaat en in elkaar gedraaid is.
Maak je zelf een katoenen lont, let dan op dat je 100% katoen neemt en niet een mengsel.
Katoen heeft namelijk een goede capillaire werking, andere vezels minder.
Een lont moet je aanpassen aan de dikte van je kaars. Dit kun je prima doen door met een dunne, katoenen draad te haken. 
Ik nam een dunne katoenen draad en haakte met haaknaald nummer 2.0 een ketting
van lossen. Je kunt dit bij gebrek aan een haaknaald ook vingerhaken.
Doe het niet te los. Meet bij de kaarsmal hoe lang je lont moet zijn en klaar is je lont.
Ik haak 'm iets langer dan de kaarsmal waar hij in moet.
Het moet niet perse maar het kan wel....
het waxen van een lont! 
Dit is niet anders dan de lont van tevoren door de paraffine halen.
Voordelen van een gewaxte lont zijn dat een lont steviger is, zodat je 'm
 makkelijker kunt rijgen door het lontgat van de mal en je kunt
de lont makkelijk opspannen tijdens het kaarsen maken.
Bij het branden is het een voordeel dat bij het aansteken van de kaars,
de lont gelijk voeding krijgt.
Een nieuwe kaars is meestal wat moeilijker aan te steken omdat er nog geen
voeding, oftewel kaarsvet in de pit zit.
Hier zie je bij de sparappelkaars duidelijk dat de lont al brandt,
terwijl de vlam nog niet bij de kaars is. En je ziet goed
dat het een gewaxte (rechtopstaande) gehaakte lont is.
Die brandt prima!!


Natuurlijke lont van pitrus

Pitrus [Juncus Effusus]  is géén pitriet, maar een wild overblijvend kruid uit de russenfamilie.
Pitrus is een opvallende, grasachtige plant, het lijkt wat op bieslook maar de stengels zijn harder.
Pitrus groeit het liefst op een natte bodem.
Denk aan natte graslanden, waterkanten, moerassige plekken in het bos 
of weilanden die regelmatig overstromen. Ook in tuinen naast vijvers
wordt pitrus regelmatig aangeplant.
Wat dit te maken heeft met kaarsen maken en kaarslont?

De stengel en het schutblad zijn gevuld met wit sponsig merg.
Wanneer je heel voorzichtig het groen van de stengel afpelt, blijft dit witte merg over.
Het breekt snel, maar je kunt er soms langere stukken uithalen.
Vroeger werd dit gebruikt als lont voor een olielamp.
Deze kennis bezat ik al lang, maar ik heb het nog nooit uitgetest.
Tot nu! 
Ik nam een stukje pitrusmerg als lont voor een mini-kaarsje in een kroonkurk(klik)
Nadat het kaarsje gestold is - dat gaat lekker snel bij zo'n klein kaarsje -
komt de test....

En ja hoor! Het sponsachtige merg uit de pitrus fungeert prima als kaarslont.
Het zuigt het kaarsvet goed op en levert de brandstof aan de vlam.

Niet alleen is het een geschikte lont voor een olielampje, het brandt ook 
goed in een kaars. Ik liet 'm helemaal opbranden!
Ga jij dit een keer proberen?!
Je lont uit de natuur halen?!

Natuurlijke lont van hout


Houten lonten worden van verschillende boomsoorten gemaakt, bijvoorbeeld esdoornhout.
De vorm van een houten lont lijkt op die van een ijslollystokje, het is plat, breed en dun. 
Alleen is een ijslollystokje veel te dik.
De dikte van de houten lont heeft meer weg van een plaat fineer. Normaal lijm je  fineer - wat altijd van echt hout gemaakt is - op plaatmateriaal zoals mdf voor een luxere uitstraling en mooie houtlook bij je meubels.
De dikte van fineer is standaard 0,6 mm(!), maar er zijn verschillende diktes.
De breedte van dit lontje kan van 6 tot 13 mm zijn. Dit hangt  af van de diameter van je kaars. 
De lengte is af te knippen op de lengte van je kaars. Deze houten lonten kun je 
met een mesje afsnijden of knippen. Je kunt houten lonten makkelijk online bestellen.

Je kunt ook zelf een stukje fineer kopen bij een houthandel en de juiste maat voor je kaars bepalen. 
Of je kunt een stukje hout schaven van een massief plankje. 
Ik had wat eikenhouten plankjes liggen en
daar heeft Peter met een handschaaf een rand afgeschaafd.
Stel de juiste dikte in en schaaf in één keer door!
Een houten lont moet je voor gebruik waxen: even door het hete kaarsvet halen.
Hierdoor brandt de lont sneller.
Om de lont te fixeren in de kaarsmal, kun je een metalen clip gebruiken 
(en ook meebestellen als je ze koopt). Dit kun je natuurlijk ook zelf
maken van een paperclip of ijzerdraadje of je fixeert met het hete kaarsvet zelf. 

Waar katoenen lonten ongeveer 6 mm mogen uitsteken, moeten houten kaarslonten 
wat korter worden gebrand. Zo'n 4 à 5 mm is genoeg, anders gaat de kaars walmen. 
Per houtsoort kan het branden en de mate van knisperen van de lont verschillend zijn.
Natuurlijk heb ik mijn 'zelfgemaakte' eikenhouten lont gelijk uitgeprobeerd. 

Ik ontdekte dat de lont best wat langer mag uitsteken. Het eikenhout brandt goed en
 gaat niet uit, maar het is geen mooie grote vlam.
 Natuurlijk brandt de kaars langer, als de vlam zo rustig en klein blijft.
Het knisperen en de illusie van een knapperend haardvuur blijft bij deze
 eikenhouten lont achterwege. Ben benieuwd hoe jouw ervaring met houten lonten is.
Maar leuk is het zeker!  Welke lont heeft jouw voorkeur?!

Geniet nog even van donkere avonden en gezellig kaarslicht.
Blijf meelezen... ik maakte een paar heel bijzondere en sfeervolle kaarsen
èn dat kun jij ook! Blog volgt....  ;)


Meer lezen over kaarsen en kaarsen maken? Klik!


P.S. de sparappelkaarsjes met zelfgehaakte lont, zoals op de foto komen in mijn winkeltje, 
net als kaarsen in een halve kokosnoot op eikenhouten plankje....