woensdag 28 februari 2018

Boterkoek met gember

Vorig jaar verwerkte ik een enorme hoeveelheid  gember, onder andere tot gekonfijte gemberstukjes.
Hoewel deze potjes lang goed blijven, is het ook leuk er eens iets van te maken.
Ik bakte heel simpel boterkoek, met gembersnippers.
Maar wil je wel geloven dat hoe simpel dit ook is, ik boterkoek tot vorig jaar nooit eerder had gemaakt?!
Echt healthy kun je het niet noemen, lekker is het wel! En altijd beter dan kant en klaar in de winkel te kopen. Helemaal niet nodig, want boterkoek is zó gemaakt met ingrediënten die in elk keukenkastje te vinden zijn!




Boterkoek met gember

                    voor 12 stukjes
Ingrediënten:
  • 100 g biologisch bloem
  • 40 g volkorenmeel
  • 125 g bio roomboter
  • 100 g basterdsuiker
  • zout
  • 1/2 ei
  • 6 nootjes gekonfijte gember (50 g)
Hoe maak ik het klaar:
Officieel hoor je een boterkoekvorm te gebruiken, maar ik bewijs dat het ook zonder kan. Voor die enkele keer dat je het gebruikt;)
Ik gebruikte een springvorm van 22 cm doorsnede en bekleedde de bodem met een vetvrij stuk bakpapier.
Verwarm de oven voor op 220 graden.
Doe alle ingrediënten, behalve het ei en de gember, in een kom. Snijd de boter met twee messen in zeer kleine stukjes.

Vorm daarna met koele hand vlug en luchtig een samenhangende bal deeg.
Een mixer heb je niet nodig.
Snijd de gembernootjes in kleine snippertjes en meng ze door het deeg.
Vul een gladde vorm (voor boterkoek, zandtaart of een springvorm met bakpapier)
met het deeg. 
Het is wat vreemd dat bij een springvorm alleen de bodem bedekt is en je nog veel rand over hebt.
Maar een boterkoek is laag en plat. Overigens ook machtig, dus een plat stukje is gewoon genoeg.
Bestrijk met losgeklopt ei.
Ik bedenk me net dat mijn moeder er met een vork altijd een ruitjespatroon in trok.
Maar zij deed er weer geen gember in.
Kun je natuurlijk altijd weglaten als je er niet van houdt. ;)
  Zet de vorm in een hete oven en bak de boterkoek bruin en bijna gaar in ongeveer 20 minuten.
Laat in de vorm afkoelen en neem daarna de koek uit de vorm.
Je kunt de boterkoek ook in een rechthoekige vorm bakken en er vierkantjes van snijden.


Lekker!
Geniet er van!


maandag 26 februari 2018

Sojayoghurt maken

Vorig jaar rond deze tijd was ik op zoek naar een zuivel-  èn suikervrij toetje en dat bleek een bijna onmogelijke combinatie!  
Had ik toen  maar geweten, wat ik nu weet. Want yoghurt kun je dus eenvoudig zelf maken, ook al heb je geen koeien en ben je geen boer(in)!
Laatst kwam ik Annemieke tegen bij het zuivelschap van de Natuurwinkel. Zij heeft dus een yoghurtmaker en vertelde me dat zelf yoghurt maken een eenvoudige handeling is.
En daar houd ik wel van: iets nieuws uitproberen wat eenvoudig blijkt!
Nu eet ik zelf vrijwel geen zuivel, maar de anderen hier in huis wel. Het leukst is echter dat je geen yoghurt hoeft te maken van koeienmelk, het kan ook van sojamelk en Annemiek maakt zelfs kokosyoghurt (van kokosmelk).

Binnen korte tijd had ik haar yoghurtmaker te leen.
We zijn nu alweer een paar weken verder en het blijkt inderdaad erg makkelijk om zelf sojayoghurt te maken. Zelfs zonder yoghurtmaker kan het. 
En ik? Ik eet regelmatig een schaaltje sojayoghurt met zelfgemaakte granola.  Mmmmm...... mooie aanvulling bij mijn fruitontbijt.

Ik deel mijn nieuwste project: zelf-sojayoghurt-maken  hier!

Sojayoghurt

Ingrediënten:
  • 1 l sojamelk
  • 4 à 5 el sojayoghurt  òf
  • yoghurtstarter of waterkefir starter
        Andere benodigdheden:
  • stalen of emaille pan
  • thermometer
  • yoghurtmachine of thermoskan
Hoe pak ik het aan:
Ik beschrijf alleen het proces van sojayoghurt maken, maar dit gaat ook op voor het maken van kokosyoghurt en yoghurt van zuivel. Toen ik eens cashewnotenmelk gebruikte, ging het mis, maar ach, proberen is leren!
Om yoghurt te maken heb je een starter nodig, waarin de juiste (melk)zuurbacteriën zitten.
Je kunt hiervoor een starter kopen

zoals deze commerciële starters in poedervorm. Ik heb ze ondanks de belofte dat je er
-tig liter yoghurt van kan maken, niet gekocht. Ik vond het te prijzig.
Je kunt ook een goede kwaliteit sojayoghurt gebruiken en heb je eenmaal een keer sojayoghurt gemaakt, dan kun je hiervan telkens een paar eetlepels bewaren voor een volgende yoghurtbereiding. Je kunt ook zuivelyoghurt gebruiken, als je dit goedvindt. De yoghurtstarter in poedervorm is op basis van zuivel, de waterkefir starter kun je gebruiken als je voor 100% zuivelvrij gaat.

Breng de sojamelk (kun je trouwens van 140 g sojabonen ook zelf maken) in een pannetje langzaam aan de kook. Laat vervolgens de melk weer afkoelen tot ongeveer 41 tot 45  graden.

Een thermometer is hierbij echt noodzakelijk. Ik gebruik deze frituurthermometer en dat werkt goed.
De yoghurtcultuur zal alleen goed groeien binnen deze nauwe temperatuursgrenzen.
Als het te koel is, zal het niet groeien en als het te warm is, zal het afsterven.




Doe de warme melk in de beker van de yoghurtmaker. De yoghurtmaker werkt volgens het 'au-bain-marie-principe' en houdt de melk/yoghurt op een constante temperatuur van 41 graden.
Roer vier eetlepels starter door de melk en meng goed met een schone lepel. Doe de yoghurt in de yoghurtmachine, knopje aan en deksel erop en vervolgens wordt het proces van melk,  die omgezet wordt in yoghurt, in gang gezet. Laat de yoghurtmaker  5 tot 8 uur staan. 
Heb je geen yoghurtmachine, dan kun je het in de oven zetten bij een temperatuur van 42 tot 45°C of in een thermosfles bewaren.                                                                                                                      

Na ongeveer 5 tot 8 uur, als de yoghurt vaster wordt, moet de yoghurt afkoelen. Schenk de nog enigszins korrelige, maar duidelijk dikkere yoghurtmelk in een fles en zet deze in de koelkast.
Hier dikt de yoghurt verder in.
Sojayoghurt kan nog wel eens te dun uitvallen.

Om de consistentie te verbeteren kun je een eetlepel agar agarpoeder toevoegen. Je moet dit oplossen in 50 ml water en bij de sojamelk doen als ze begint te koken. Je kunt ook maïszetmeel of arrowroot gebruiken als dikmaker. Doe 2 theelepels zetmeel in 30 ml koud water en voeg dit al roerend bij de sojamelk terwijl ze kookt 
Als de yoghurt later dun wordt, kun je ze ook zeven door een doek, zoals je hangop krijgt.

Ja, deze sojayoghurt kun je weer gebruiken als basis voor andere producten, zoals sojahangop maken. En wat te denken van yoghurtijs, kruidige sojayoghurtkaas  en Turkse sojayoghurtdrank?!

Over de Turkse yoghurtdrank volgt deze week meer. Stay tune.

Deze sojayoghurt is lactosevrij en vegan.
Fijn voor wie hier bewust voor kiest, of het gewoon eens wil proberen.

Je ziet het: zelf yoghurt maken is niet moeilijk.
Je moet het maar net even weten.
Heb jij het wel eens gedaan?


zaterdag 24 februari 2018

Appeltaartje in een potje!

Dit is zó leuk! Je eet dit appeltaartje warm en met een lepel.
Want ik bakte, snel en simpel éénpersoons-appeltaartjes in een potje!
En voor de potjes kunnen gewoon lege jampotjes hergebruikt worden. Niks moeilijk!

Ik kocht een paar kisten appels direct bij fruitteler Biem, een oude vriend van de familie. Ga ik op familiebezoek, dan combineer ik dat graag met een bezoekje aan zijn bedrijf. Hij heeft gelukkig nog appels genoeg op voorraad, want in de winkel zijn ze maar wát duur.
Weet je het nieuws nog van de nachtvorst vorig jaar april? Veel appelbloesems waren kapot gevroren, vandaar de mindere oogst en hogere prijzen.
Probeer ook eens je appels of andere producten gelijk bij de teler te kopen. Lokaal, voor een eerlijke (en goedkopere) prijs en is het niet interessant om te zien waar je eten vandaan komt?!
De Elstars waren bij Biem op, maar eigenlijk kunnen alle appels in dit heerlijke taartje.  Ik koos deze keer voor Goudreinetten, echte bakappels.

Ik deel het recept hier, aangepast naar een idee uit Landleven.

Appeltaartje in een potje

                       Voor 6 appeltaartpotjes 
Ingrediënten:
  • 5 tot 6 appels (ligt aan het formaat)
  • handjevol amandelen of hazelnoten
  • handvol rozijnen
  • 3 tl kaneelpoeder
  • citroensap
  • 125 g biologisch bloem
  • 125 g volkoren meel
  • 10 g wijnsteenbakpoeder
  • snuf zeezout
  • 250 g rietsuiker
  • 100 g roomboter
  • 6 el havervlokken of havermout
Hoe maak ik het klaar:
Verwarm de oven voor op 175 graden.
Maak de glazen potjes goed schoon, de deksels heb je niet nodig.

Schil de appels en verwijder de klokhuizen.
Snijd de appels in blokjes en vul de potjes tot ongeveer
driekwart met stukjes appel.
Snijd de amandelen (de koning onder de noten!) door de helft en leg in elk potje
wat noten, wat rozijntjes en een halve theelepel kaneelpoeder. 
Voeg ook wat citroensap toe. 

Meng in een aparte kom de soorten meel, het bakpoeder, zout en de suiker goed door elkaar.
Schep in elk potje ongeveer drie eetlepels van dit mengsel.
Leg op elk potje een eetlepel boter.

En maak het af met een eetlepel havermout of havervlokken.
Voor een persoonlijke touch kun je met een glasstift de naam op het potje schrijven.
Of een tekeningetje toevoegen.
Zet de potjes in een ovenschaal of ruim bakblik en zonder dat je nog hoeft te kneden of te mengen, zet je ze in de oven. 
Laat ze een uurtje bakken.

 Laat de potjes iets afkoelen - let op, glas is heet! - en serveer.


Heerlijk bij een kopje thee, maar ook geschikt als nagerecht.
Serveer dan met een bolletje vanille-ijs, wat vanillevla of gewoon een flinke dot slagroom.

Wát een schattige, lekkere taartjes zijn dit!

Uitermate geschikt voor een privé verwenmomentje! 



Dus, dit moet je echt een keer gemaakt hebben!
Laat je me weten hoe het jou smaakt?!

donderdag 22 februari 2018

Kinderdagtaart

Dit weekend was het weer kinderdag , bij ons in huis. De kinderen zijn dan voor één dag de baas.
Ze gaan dan natuurlijk vooral die dingen doen, die normaal juist niet mogen.
Dit jaar vroeg ik de kinderen zich voor te bereiden door leuke ideeën op te schrijven, die ze nu echt graag eens willen ervaren of doen.
Ik vond met name één idee erg leuk en nam de voorbereidingstijd graag voor lief.
"Bij zo'n feestelijke dag, hoort een 'Kinderdagtaart',  mét marspein", werd geopperd.


En ik maakte een kinderdagtaart.
Want kinderdag is een feestje!

Kinderdagtaart

            voor 12 stukken
Ingrediënten:
                     voor de taart
  • 1 ronde springvorm van 22 cm
  • 3 eieren
  • 100 g basterdsuiker
  • 60 g bloem
  • 20 g maïzena
  • 1 g zout
                 voor de decoratie
  • 5 el bramenjam
  • 3 el botercrème met chocola
  • discodip
  • vloeibaar marsepein of glazuur
  • 200 g rode marsepein 
  • 50 g groene marsepein
  • 2 saté prikkers
  • stukje dun touw
  • gekleurd karton
  • lijmpistool
Hoe maak ik het klaar:
Ik bakte allereerst de taart. Dit is een biscuitgebak, wat heel luchtig moet worden. Die luchtigheid kun je bereiken door de eieren te scheiden en het eiwit apart op te kloppen. En ook door de bloem en maïzena twee keer te zeven.
Begin met de eieren te scheiden. Bewaar de eidooiers en klop de eiwitten stijf in een vetvrije kom. 
Klop er in gedeelten de suiker door. Telkens tussendoor het geheel weer stijfkloppen.
Beboter de springvorm en bedek de bodem met bakpapier. Verwarm de oven voor op 180 graden.
Voeg daarna de eidooiers toe en klop nog 15 minuten. Voeg daarna het gezeefde mengsel van bloem, maïzena en zout toe. Niet meer mixen, maar luchtig door de geklopte eieren scheppen.
Doe het mengsel in de springvorm en bak het in 40 minuten gaar en lichtbruin.

De taart is gaar wanneer ze veerkrachtig aanvoelt. Laat de taart 5 minuten in de oven afkoelen.
Daarna haal je de taart uit de vorm en laat ze omgekeerd afkoelen.
Ze is prachtig gerezen, heerlijk luchtig.
Als de taart is afgekoeld, snijd je hem overlangs doormidden.
Besmeer de ene helft  met de jam, de andere helft met een dunne laag botercrème met chocola.
Bij dit recept staat ook hoe je chocoladebotercrème klaar maakt. Ik had nog een restje over en gebruikte dat. Eenmaal gemaakt, kun je botercrème wel een paar maanden bewaren.
Je kunt ook gewone botercrème gebruiken.
Zoals je op de foto ziet, zakte mijn taart in het midden wat in. 
Ik heb geprobeerd dit weg te werken met wat extra vloeibare marsepein in het midden, maar goed lukte dit niet. Normaal smeer je ook de zijkanten af met botercrème om een goede, rechte rand te krijgen. Ik liet dit achterwege, omdat het niet goed lukte.
De rode marsepein, uiteraard kun je elke kleur gebruiken, rolde ik uit tot een grote, ronde lap.
Dit doe ik op vetvrij bakpapier, zodat je de marsepein daarna ook weer gemakkelijk kunt losmaken en verplaatsen. Ik drapeerde hem over de taart. Zoals verwacht, werd het niet zo strak, maar ik bedacht me, dat de kinderen hier vast niet op letten.
De randen sneed ik weg en zo hield ik rafelige stukken over.

Ik speelde ermee door ze op te rollen en als vanzelf werd het een roosje.
Het is ook leuk om van allerlei kleuren marsepein of fondant rondjes uit te steken en helemaal over de taart te plakken. Als een soort vrolijke confetti.

Deze kinderdagtaart kreeg drie roosjes, waar ik maar wat blaadjes bij maakte.
Om het feestelijk te houden voor kinderen, bestreek ik de zijkanten van de taart met rode, vloeibare marsepein. Glazuur kan ook. Hier drukte ik de discodip in en liet ze er ook ruim omheen vallen.
Wat zeker op de taart moest komen, was de tekst: Kinderdag 2018.
Daar was niet zoveel ruimte meer voor, maar daar had ik al iets voor bedacht.

Bij een feestje horen ook slingers, dus waarom geen slinger op de taart gemaakt?!
Ik prikte de twee saté prikkers in de taart en bepaalde de lengte van het touwtje.
Dit knoopte ik vast aan de prikkers.
Vervolgens knipte ik uit gekleurd karton lange driehoekjes. Op elk driehoekje schreef ik
een letter van het woord K i n d e r d a g.
Met een lijmpistool lijmde ik het bovenste randje vast aan het touwtje en vouwde het om.
Zo'n slinger kun je ook maken om bovenop een feestelijk ingepakt cadeautje te bevestigen. Uiteraard kun je er elke tekst op schrijven.
De cijfers konden er echter niet meer op, dus rolde ik die van het groene marsepein en drukte ze op de taart.

Vlaggetjeslijn erboven en klaar was de Kinderdagtaart 2018!

Natuurlijk kun je deze taart voor elke gelegenheid maken en aanpassen
aan de wensen van de jarige, de jubilaris of wat dan ook.....


En hoewel de taart er niet zo strak uitzag, smaakte ze wondergoed!
En natuurlijk..... met liefde en aandacht gemaakt, kan dat niet missen!

Het was bij ons thuis een feestelijke kinderdag!

woensdag 21 februari 2018

Krootjessoep

In Rusland noemen ze het Borsjt, in Polen at ik het als voorgerecht en deze variant maakte ik op z'n Hollands: een lekkere, dieprode, winterse maaltijdsoep!

Verwarmend en gemaakt met liefde; dat kun je wel gebruiken in deze koude februarimaand.
En toen ik samen met de buurman deze week m'n tuin freesde, kwamen we nog wat verdwaalde groentes tegen, die de kou hadden getrotseerd: wortels en krootjes (rode bietjes).
Die konden mooi in deze soep, aangevuld met wat groentes uit de winkel!


Krootjessoep

     maaltijdsoep voor 6 personen
I
ngrediënten:
  • 750 g krootjes (of rode biet)
  • 2 aardappels
  • 2 winterwortels
  • 2 uien
  • 3 teentjes knoflook
  • 3 el olijfolie
  • 1,5 el tomatenketchup
  • 1 tl oregano
  • 1/2 tl rozemarijn
  • 1/2 tl tijm
  • 1 tl basilicum
  • 1,5 l groentebouillon (van bouillonpasta of poeder)
  • 1,5 tl appelazijn
  • tabasco naar smaak
  • 3 el fijngehakte, verse peterselie en enkele takjes

Hoe maak ik het klaar:
Probeer aan rauwe bietjes te komen die je nog moet koken. Was en schrob de krootjes goed schoon en kook ze ongeveer 30 tot 45 minuten - afhankelijk van de grootte - in anderhalve liter water. Giet ze af en bewaar het kookvocht: dit is belangrijk voor de dieprode kleur. Vul het kookvocht aan met kokend water tot je anderhalve liter hebt. Doe er bouillonpasta of -poeder bij naar smaak. Of neem drie bouillonblokjes. Pel de schil van de kroten. Snipper de ui en de knoflook en snijd de geschilde wortel en aardappel in blokjes.
Verhit in een grote soeppan de olie en fruit de ui en knoflook glazig. Doe de tomatenketchup en de kruiden erbij en laat kort meefruiten.

Voeg daarna de groenten toe en bak ze kort, al omscheppend mee. 
Giet de bouillon in de pan en laat de soep ongeveer 20 minuten koken.

Pureer de soep met een staafmixer en breng het geheel op smaak met appelazijn
en enkele druppels tabasco naar smaak. 
Strooi de fijngehakte peterselie over de soep en garneer elk bord met een takje peterselie.
Een (h)eerlijke, voedzame maaltijdsoep.
Lekker met getoasted brood of stokbrood met boter.

maandag 19 februari 2018

Zachte scrub voor ruwe (tuin)handen


Twee tuindagen heb ik inmiddels achter de rug en ondanks het dragen van tuinhandschoenen, zitten mijn handen vol schrammen en plekjes, had ik drie gebroken nagels èn vooral droge, ruwe handen!
Ik maakte snel een heerlijke handscrub, want die weet daar wel raad mee.
Een scrub is een korrelig goedje dat je kunt gebruiken om dode huidcellen van je huid te wrijven.
Mijn handen worden niet alleen schoon, maar voelen ook weer heerlijk zacht en glad.
Vooral dankzij de kokosolie in deze scrub.
Kokosolie is niet alleen gezond en lekker, maar voor je huid is het ook gezond en goed.
De kokosolie in deze scrub voedt de huid, maar heeft ook vochtvasthoudende eigenschappen.
Kokosolie gaat huidveroudering tegen, is vochtinbrengend en zorgt voor een soepele huid.
Ook de pepermuntolie is heel gezond voor je.

Hoe maak je deze scrub?

Zachte scrub voor ruwe handen

Ingrediënten:
  • 3 el biologische kokosolie
  • 5 el (riet)suiker
  • 3 druppels pepermuntolie
  • 1/2 tl rode kleurstof
Hoe maak ik het klaar:
Kokosolie wordt vloeibaar boven de 26 graden, daaronder bestaat kokosolie in vaste vorm. Voor het maken van de scrub is het handig dat de olie vloeibaar is, om de ingrediënten goed te kunnen vermengen.
Schep de kokosolie in een schaaltje en zet dit in een groter schaaltje met heet water. De kokosolie wordt vloeibaar, als je het even doorroert. In de zomer is de olie al gewoon vloeibaar in je keukenkastje.


Voeg de suiker toe en roer goed door. De kokosolie moet verzadigd zijn met suiker.
In sommige scrubs wordt aangeraden zout te gebruiken voor het korrelige effect.
Maar zout op je huid, zorgt juist voor uitdroging. Suiker doet je huid geen kwaad (en ook geen goed;))
Voeg daarna 2 tot 3 druppels etherische olie toe. Pepermuntolie heeft heel goede, zelfs medicinale eigenschappen, maar vooral is het verfrissend in deze scrub. Je kunt natuurlijk ook een andere etherische olie uitkiezen.
Ik gebruikte mijn eigengemaakte  rode kleurstof   (die eigenlijk helemaal niet zo errug rood is) om de scrub een kleurtje mee te geven.
Voor mijn tienerdochter en haar vriendinnen maakte ik een gele scrub, met een kleurtje uit een flesje.
De kleurstof kun je ook achterwege laten. Je hebt dan een witte scrub.

Doe de scrub in een mooi glazen potje en klaar ben je.

Als je met deze scrub je handen hebt ingewreven, was je ze na met zeep.
De kokosolie geeft een glad, glanzend effect.

Als je handen wat later toch weer droog aanvoelen (en dit geldt trouwens ook voor je benen) kun je ze daarna nog insmeren met  calendulazalf. Deze kun je zelf maken van maar drie ingrediënten: wel zo puur!
Deze scrub is lang houdbaar door de conserverende werking van de suiker.




Het grappige is, dat deze scrub ook eetbaar is en kinderen vinden dit natuurlijk leuk om te proberen.
Kinderen kunnen deze scrub eenvoudig zelf maken: een leuk klusje voor een lief cadeautje!




zaterdag 17 februari 2018

Mijn moestuin in februari (18)

Heerlijk! Het zonnetje schijnt en lokt ons naar buiten, de tuin in. Nu is het nog geen voorjaar, maar die uitnodigende blauwe luchten zorgden er wel voor dat ik mijn tuinspullen tevoorschijn haalde.
Okay, het is nog best koud buiten, maar ook binnen kun je al voorbereidingen treffen.
Je kunt natuurlijk nog een maandje wachten, maar wil je in het voorjaar al kunnen oogsten, moet je toch in februari al in de moestuin aan de slag.
Ik moet zeggen, bij mij begon het na m'n griep ernstig te kriebelen. De lente kun je niet afdwingen, maar plannen maken  kan altijd.
Deze week ben ik echt gestart, met hulp..... maar wat voelt dat goed!
Ik heb binnen en buiten gewerkt, plannen en lijstjes gemaakt, gezaaid, gesnoeid en je gelooft het of niet: geoogst!! Wel behoorlijk alternatief, maar voor de meeste mensen binnen handbereik.

Ik had bedacht dat ik mijn eerste moestuinblog zou schrijven als de sneeuwklokjes in mijn tuin bloeien. Nu, dat doen ze alweer een poosje, dus bij deze de eerste tuinbelevenissen van 2018. 


Binnen, aan de eettafel, ben ik begonnen met een -voorlopig- tuinplan. Ik pakte mijn schriftje erbij en al het zaad wat ik vorig jaar al gekocht had of nog over had. Zelfs op vakantie heb ik een leuk zakje zaad gekocht, wat me nu al mooie herinneringen oplevert.
Ik heb een lijst gemaakt wat ik dit jaar niet in de tuin wil.  Dat is makkelijker dan wat ik wel wil, want die lijst is veel langer. 
Omdat mijn oogst van aardappelen en tomaten tegenviel en ik bang ben dat de aardappelziekte Phytophthora in de grond komt, (of al zit) ga ik die dit jaar niet zetten. Ook alle koolsoorten boycot ik dit jaar. Omdat ik biologisch tuinier en op geen enkele manier spuit tegen ongedierte, zit de beruchte witte koolvlieg volgens mij al in de grond. En die blijft er ook wel even zitten....... 
Pepertjes zal ik om een andere reden niet zaaien dit jaar: ik heb nog een hele voorraad pepertjes in de vriezer, twee potten gedroogde chilipepers en een aantal potjes zelfgemaakte sambal. Zó heet eet ik het nu ook weer niet!;)



Maar er blijft nog genoeg over, hoor! Als je me al een tijdje volgt, weet je dat ik dit jaar sowieso een paar nieuwe dingen ga proberen. Tarwe (van de molenaar gekregen!) en Kardoen horen hierbij.
Begin april ben ik jarig en voor datgene wat ik nog mis, heb ik nu gelijk een mooi verlanglijstje.
Het liefst stap ik helemaal over op biologisch zaad, maar om nu alles weg te gooien wat ik nog heb gaat me iets te ver. Waarom ik biologisch zaad wil, daar kom ik later nog op terug.
Oh ja.....
Heb jij ook een moestuin of wil je er één gaan beginnen?
Ik heb zaad over en klaarliggen voor wie er interesse in heeft. Reageer als je graag:
  • rode peper
  • witte kool
  • bloemkool
  • peulen
  • spitskool
  • boerenkool
  • Chinese kool
wilt hebben, gratis! Ik kan het ook opsturen.

Mijn leukste lijstje is wel wat er nu in februari al gezaaid kan worden.
En ik moet zeggen dat ik zelf verrast ben, doordat er in februari al zoveel groenten gezaaid kunnen worden, ook buiten in de volle grond!

Ik bedoel..... de tuin zag er nog niet zo lang geleden zó uit!
En sneeuwen kan het natuurlijk nog steeds in februari!

Wat kan er nu al de volle grond in, gewoon buiten dus:
  • tuinbonen
  • knoflook
  • doperwten
  • peulen
  • raapstelen
  • spinazie
  • zomertarwe
  • krootje (rode biet) 
Veel hè?!
Deze plantjes kunnen tegen een matige vorst, ook al zijn ze klein en in de groei.
Het lijkt voor de groei belangrijker dat de dagen lengen en dat er meer uren daglicht zijn. 
De temperatuur speelt zeker mee, maar voor bovengenoemde groentes maakt dat minder uit.

Maar nu de tuin.....

Wát winterklaar?!
Die stap heb ik overgeslagen....... nu maar gauw voorjaarsklaar maken, dus.
En gelukkig kwam er deze week een vriend langs.
Hij had beloofd me in de tuin te komen helpen en dát deed hij!
Hij stond woensdagochtend voor m'n neus en 's middags in de tuin.


Hij heeft ongeveer de helft van de tuin omgespit.
Niet te diep, want hij wordt maandag alweer gefreesd door mijn behulpzame tuinbuurman.
Maar het ziet er al een stuk beter uit.
Dan rest mij alleen nog het onkruid (vooral dat strekgras) eruit te vissen, met wortel en al.
En zaad en plantjes kunnen de grond in!!
Ik kan bijna niet wachten!

En ik merk dat m'n lichaam er weer aan went om buiten te zijn.
In het begin had ik het nog koud, maar ik werd van de inspanning vanzelf warm.
Terwijl Arnoud aan het zweten en spitten was, snoeide ik de frambozen kort.
Had allang moeten gebeuren, maar omdat er nog geen groei in zit, kan het vast nu ook nog.

En hier word ik altijd zó blij van......  Zie je wat dit is?
Die eerste, rode-roze  puntjes die uit de grond steken?
Dat is rabarber!
Ik maak er steeds meer lekkere dingen van, zoals jam, taarten, cake, ijs, limonade, likeur en chutney.
Gelukkig heb ik zo'n acht planten staan.
Rabarber kan zo'n jaar of tien op dezelfde plek blijven staan.

Achter en in de kas haalde ik het onkruid weg. 
Toen ik in de kas was, viel mijn oog opeens op de thermometer in het hoekje.
Wow! 
In de kas was het gewoon opgewarmd tot 20 graden door het zonnetje...... heerlijk!

Waar ik het ook warm van kreeg waren de brandnetels.
Ze groeien op wortelstokken die hardnekkig overal tussendoor groeien.
Ik trekken en trekken.......
Mijn polsen werden rood en branderig.
Want tussen tuinhandschoen en jasmouw was een stukje huid onbedekt.
Ondanks dit 'ongemak', houd ik van de brandnetel.
De hele plant is geneeskrachtig, van blaadjes tot......

wortels. Ik nam ze gelijk mee als oogst en goed gewassen, zien brandnetelwortels er zó uit.

Wat doe ik hier nu mee?

Ik snijd ze in kleine stukjes en zet ze in de alcohol.....
Huh? 
Ja en in deze blog schrijf ik hoe ik van brandnetelwortels haarlotion maak.
Misschien is het ook wat voor jou?
Mijn haar is er voller door geworden..... :)

Ik vergeet bijna een lijstje.
Wat kun je nog meer zaaien in februari, al is het niet in de volle grond?
  • sla
  • ijsbergsla
  • prei
  • aubergine
  • tomaten (oké, een paar planten dan)
  • bleekselderij
  • knolselderij
Sla kan goed tegen kou, maar zet ze pas in maart in de kas (koude bak) buiten.
Wist je dat sla geen echte zomergroente is? In de zomer is het te warm voor sla, ze vormt dan geen krop.

Over de kas gesproken........ Ik had daar wat knoflook geplant en veldsla gezaaid.
Op een middag stond de deur op een kier open en mijn kipjes liepen buiten te scharrelen. Ik was een uurtje weg en wat hadden ze ontdekt? Dit warme, droge plekje.....
Alles was grondig omgewoeld door hun gescharrel en de  stofbaden die kippen regelmatig nodig hebben!
Ach, die veldsla wordt helemaal niks meer........

Ga ik er nu maar raapstelen zaaien.
Hoewel me dit wel op een idee brengt. Als ik een stuk grond wat losser omgewoeld wil krijgen, moet ik mijn 'graafkippen' meenemen;)  Natuurlijk niet, als er ook maar iets gezaaid of in geplant staat.........

Sinds twee jaar koop ik bewust biologische potgrond voor mijn zaaigoed.
Het is wel logisch dat plantjes beter groeien op een goede ondergrond: een rijke, bemeste en natuurlijke grond wil ik ze graag geven.
En gelukkig! Het is dit jaar, voor al die mensen met tuinkriebels, al vroeg te koop bij de Natuurwinkel.

En dit is mijn nieuwe plekje: een pottafeltje -in de ochtendzon- met ruimte genoeg om aan de slag te gaan.
Ik begon met de tuinbonen.
Voor het eerst heb ik ze als zaad gekocht. Ik zette ze twee nachten in de week in een bakje met water.
Mijn zoon vroeg zich al bezorgd af, hoe we die rare, grote bonen moesten eten......
Er staan namelijk wel vaker bakjes op het aanrecht met bonen in de week en die worden de volgende dag in een maaltijd verwerkt.;)
Maar deze bonen  werden gezaaid, voor een, hopelijk nog veel grotere opbrengst.
De kiemperiode is ongeveer 14 dagen, dus nog even wachten........
Ik maakte zelf potjes van krantenpapier.
Dit dient twee doelen: recyclen en het minder gebruiken van plastic. Tegelijk staat het ook decoratief.
Ik zette ze in de koude kas. 's Nachts kan het daar gewoon vriezen, maar met het zonnetje, warmt het overdag al lekker op.
Nog 14 daagjes wachten......

In de tuin zag ik een verrassing..... de spinazie groeide met frisgroene blaadjes opnieuw, of misschien moet ik zeggen: nog steeds.
Ik oogstte een bodempje jonge, groene blaadjes.
 



Precies genoeg voor een eerste, lekkere, groene lunchsalade.  Klik op de link voor het recept.
Hij smaakte me voortreffelijk.
Daar wil ik meer van!

En dat is de reden dat ik nog lang niet klaar ben in mijn tuin.
Heb jij ook al de kriebels gekregen?!