zaterdag 30 april 2016

Paddenstoelenolie























Hoewel mijn eigen experiment om oesterzwammen te kweken dit jaar mislukte, hield het me niet tegen om te genieten van paddenstoelen. En wat mij betreft is dat niet alleen voorbestemd voor in de herfst. Paddenstoelen kunnen het hele jaar door en die smaak wil ik 'vangen' in een potje.



Ik kocht deze week doosjes vol biologische (kastanje)champignons en oesterzwammen  voor de helft van de prijs.
Op het afgeprijsde etiket bij de Hoogvliet (mijn super) staat altijd: 'samen tegen verspilling' en daar ben ik het helemaal mee eens! (Mits het product in mijn 'gezonde straatje' past).

Ik weet wel wat ik met grote hoeveelheden paddenstoelen aan moet.
Ik maak een pan champignonsoep en bak meer dan een bakje champignons op, om warm op getoast brood te eten. Alle andere paddenstoelen gaan mijn droogkastje in.

Terwijl ik me met andere klussen bezig houdt (zoals een kinderkamer uitmesten), snort het kastje er lustig op los. En dat geeft een goed gevoel, ik ben toch óók bezig met 'eten'.
Het droogproces (op 55 graden) duurt een uur of vijf.
Wil je het zelf eens proberen? Je kunt ook een oven gebruiken.
Zorg dat de paddenstoelen ongeveer even dik gesneden zijn. Leg ze op een plaat naast elkaar en droog ze, tot ze goed knapperig zijn.
Soms zijn ze nog wat zacht, dan zit er nog vocht in. Doe je ze vervolgens in een potje, dan gaan alle paddenstoelen schimmelen (heb ik ook gehad;( ) Droog de paddenstoelen opnieuw en langer.






















Maar wat doe ik met zoveel gedroogde paddenstoelen?

Goed gedroogd, zijn ze ruim een jaar houdbaar. Door ze even te wellen in wat warm water, heb je altijd paddenstoelen/champignons bij de hand. Met een volle, krachtige smaak. En deze smaken heerlijk in soepen, stoofpotten en risotto 's. Vandaag voegde ik ze toe aan een lasagne..... lekker!

Maar ik had nog een plan........  ik maak mijn eigen paddenstoelenolie!
Zoals je ook kruidenolie kunt maken, moet je ook dít kunnen maken.

Ik maakte een infusie van de olie met de paddenstoelen: een mengsel van goed gedroogde (kastanje)champignons, eekhoorntjesbrood en oesterzwammen...... 
Een infusie is het laten intrekken van smaakstoffen in vloeistoffen of vaste producten. De bekendste infusie is misschien wel het laten trekken van theeblaadjes in warm water (infusion betekent thee in het Frans). Maar ook wanneer je een bouillon maakt, wordt de smaak van de toegevoegde ingrediënten door de vloeistof opgenomen.

Het beste kun je hiervoor de vloeistof wat verwarmen, waardoor de infusie beter verloopt.


Ik besluit te experimenteren met de paddenstoelenolie. Wat levert de beste smaak op?
Een paar weken terug heb ik een eerste potje klaargezet met onverwarmde, extra vierge olijfolie en paddenstoelen erin.

Deze proefde ik op een toastje om de smaak te testen. Ik vergeleek deze olie met gewone olijfolie.
Mmmmm.... lekker, die paddenstoelenolie! Ik proef duidelijk het aardse van de paddenstoelen in de nasmaak.

Vandaag gebruik ik kastanjechampignons, net gedroogd en doe ze in een pan met goede olijfolie.
Langzaam verwarm ik de olie met de paddenstoelen.

Daarna zeef ik de helft van de olie en doe ze in een flesje.

Bij het andere deel van de olie wil ik het smaakeffect nog vergroten. Ik haal de paddenstoelen er niet uit, maar mix ze er doorheen met een staafmixer. Deze olie wordt donkerbruin en troebel van kleur.  Ik verwacht dat deze de sterkste smaak gaat afgeven.
Maar is die ook een jaar houdbaar? Ik weet het niet......

Natuurlijk kun je deze olie gebruiken om in te (roer)bakken  of.......




Nog even en ik kan deze olie bijna proeven in een eenvoudige dressing....... bij een kropje verse sla..........    Puur!


                                          Gek, bij deze gedachte, loopt het water me in de mond......


vrijdag 29 april 2016

Wijn maken deel 5


Het is lange tijd stil geweest rondom mijn wijn-maak-project...... en dat klopt! Wijn heeft tijd nodig om te rijpen en om haar smaak goed te laten ontwikkelen.......
En natuurlijk staat mijn laatste 10-literfles op een veilig plekje, niet in het zicht.

In de tussentijd ben ik wel met deze hobby van me, bezig geweest. Vooral met het verzamelen van spullen.
Het grappige is, dat dit op de meest vreemde plekken en tijden gebeurde.
Bijvoorbeeld tijdens een orthodontie-afspraak van mijn dochter, of tijdens het maken van een kerststukje met de vrijwilligers van het NME.
Daar vertelde ik over mijn wijnmaakperikelen. Toen wist iemand zich te herinneren dat hij nog wijnmaakspullen en flessen had staan, die ik mocht hebben. Super!
De flessen nam ik over voor een klein bedrag: het waren er drie van 10 liter elk.
Omdat ik geen wijnflessen meer over had (ik kon niet eens gaan hevelen), was ik daar erg blij mee. Gelijk ben ik er voor aan het haken geslagen, zodat ze straks eveneeens beschermd staan.
Dit is het resultaat:

Wat bollen textielgaren zonder doel, bleken hier heel geschikt voor.  Ik gebruikte ongeveer één bol per fles ......


En daarbij kreeg ik twee houten kratjes vol met bruikbare, mooie wijnmaakspullen.  Lucky me!
Bijvoorbeeld: een vinometer, een hydrometer, een hevelslang, drie soorten etiketten, champagnekurken etcetera, etcetera.
Het meeste had ik inmiddels wel, maar deze spullen zagen er goed en netjes uit.
Helemaal geweldig! Maar het meest blij was ik met een boekje over wijn-maken. Hoewel het geschreven is, toen ik nog op de kleuterschool zat (ach, maar een beetje gedateerd). verandert het wijn-maken niet zomaar. Het is een heel oud proces wat in de Bijbel al beschreven wordt.
Werkelijk alles wat je nodig hebt en het hele proces, wordt beschreven. Ik vind een lijst met do's en dont's inclusief foutoplossingen.....  en tig recepten van wijn maken van allerlei andere vruchten.
Hoewel...... wijn komt van het woord 'vino' en betekent 'druif'. Kun je dan wel bessenwijn of rabarberwijn maken? Ik begin en houd het voorlopig bij 'gewone' wijn. Als dat al gaat lukken.....

Het vreemde is dat er op internet erg weinig over (het proces van) wijn-maken wordt beschreven. Je kunt prima online wijn kopen en wel benodigdheden bestellen (zoals bij de 'Brouwmarkt') maar een beschrijving...... hó maar!

Dan probeer  ik mijn eigen (wijn-maak)proces maar duidelijk te beschrijven.
Ik geef geen handleiding, maar beschrijf wat ik zélf doe, meemaak en wat het oplevert.


Zelf verzamelde ik wijnflessen, allemaal van dezelfde soort (dat is natuurlijk het mooist!) En dát was zwaar werk, al die flessen legen  ;)

Dan moeten al die flessen schoongemaakt worden, van binnen en van buiten. Ik ben er nog niet mee klaar voordat ik ze kan gaan gebruiken voor mijn eigen wijn ;)
 
De schroefrand is er af, nu nog alle etiketten (plus lijm) eraf weken.........
En dan met een sulfietoplossing in warm water de flessen zuiver maken.........

Deze week heb ik alles weer opgezocht en me opnieuw in het wijn-maken verdiept.
Het was een beetje weggezakt, zeg maar.
Hierboven in het linker glas zie je mijn zelfgemaakte wijn, het lijkt wel een rosé.
Er zit zelfs een klein tinteltje in (wie weet gaat het op een JP Chenet lijken...... Hoera!)
Rechts is de kleur van biologische rode wijn uit Spanje.
En dan het proeven.......
Mijn wijn bevat zeker alcohol, maar smaakt nog behoorlijk zuur en is dun, waterig van smaak.....
Moeilijk om er woorden voor te vinden, maar het verschil is nog erg groot, met wat ik een lekkere wijn noem! 
Dan komt het spannendste deel, dat wat ik al zo lang heb uitgesteld.
Ik ga het alcoholpercentage meten met de vino-meter.
De omschrijving is in het Duits, maar ik kom er uit.
De vinometer is een ontzettend smal buisje met schaalverdeling in het midden.
 
Eerst maak je het minuscule binnenste schoon, door uitzuigen of doorblazen van water.
Zorg daarna dat het weer droog wordt, want water verdunt.

Vervolgens doe je er van bovenaf wat wijn in. Laat een paar druppels erdoor heen lopen.
Als het hele buisje gevuld is met de wijn, schenk je de overige wijn die bovenin zit, weg en zet je de vino-meter op zijn kop, op een platte ondergrond.
De wijn zakt en vervolgens kun je iets aflezen op de schaalverdeling.
Het cijfer dat je afleest, is het alcoholpercentage. 
Je kunt het hier op de foto zien. Het grijze streepje is in het echt net zo vaag!
Mijn wijn valt in de categorie 'hoofdpijnwijn' met een alcoholpercentage van 8%.
Hoewel, misschien valt het mee, want ik heb geen sulfiet toegevoegd!
Hè, hè....... nu weet ik het percentage.
Maar wat nu?

Ik probeer alle informatie die ik in het wijnmaak-boekje lees te ordenen.
Ik kom tot twee belangrijke vragen:
1. hoe krijg ik de wijn beter van smaak, lees zoeter en voller?
2. hoe krijg ik het alcoholpercentage omhoog?

Hoe krijg ik de wijn beter van smaak
In alle boekjes of informatie die ik tot nog toe onder ogen heb gekregen, staat dat de grootste fout van beginnende wijnmakers is, dat ze teveel suiker toevoegen.
Nou, ik doe het natuurlijk gelijk in één keer goed, dus daar trapte ik niet in, dacht ik.
Waarschijnlijk heb ik er daarom eerder te weinig suiker in gedaan. Vandaar de 'wrange' smaak.
Dit kun je natuurlijk simpelweg goed maken, staat er in het boekje, door het toevoegen van suiker.
Maar ik lees nergens wanneer dit het goede moment ervoor is.
Suiker wordt in het wijnproces namelijk omgezet in alcohol.
Als je dit in het begin toevoegt, is dit prima. De wijn gaan door de suiker gisten, wat je terugziet in de belletjes van het waterslot. Maar mijn wijn staat inmiddels bijna zes maanden.
Als ik nu nog suiker toevoeg, gaat de wijn dan opnieuw gisten? En gaat er dan ook wat met het alcoholpercentage gebeuren?  Dát zou helemáál niet erg zijn.
Dan zou ik door het toevoegen van suiker twee vragen in één keer positief beantwoorden.


 Ik probeer nog een keer de hydrometer te gebruiken. Ik  heb dit al eens in oktober gedaan, maar omdat ik de Engelstalige gebruiksaanwijzing maar half snapte en het niet juist kon aflezen, heb ik dit maar gelaten voor wat het was.  Ik kom er in ieder geval nu achter, dat dit een meet instrument is, om in de eerste fase van het wijn-maken te gebruiken. De cijfers die je afleest hebben te maken met het verwachte alcoholpercentage, wat je verkrijgt bij het toevoegen van de juiste hoeveelheid suiker. Het is nu te laat in het proces om de hydrometer te gebruiken, realiseer ik me. Dus berg ik het ding weer op. Voor over een half jaar........
Ik besluit suiker toe te voegen om de smaak te verbeteren. Ik zie wel wat er vervolgens gebeurt. Suiker voeg je altijd opgelost toe. Ik maak een suikerstroop door de hoeveelheid suiker die ik ga toevoegen, in warm water op te lossen. Ik gebruik rietsuiker, omdat ik dit altijd in huis heb en ik dat een beter alternatief vindt dan suiker van suikerbieten. De hoeveelheid water maakt niet zoveel uit.
Je hebt allerlei ingewikkelde berekeningen om te bepalen hoeveel suiker je moet toevoegen. Volgens een vreemde berekening zou ik nog 825 g suiker mogen toevoegen, maar dat lijkt me toch rijkelijk veel. Ik kom er niet uit. En ik neem een gok: ik voeg 250 g suiker toe.  Ik proef over een week wel weer. Dan kan er altijd nog meer bij......
Een ander probleem dient zich aan: ik heb de wijnfles van 10 liter vol zitten en niet alle suikerstroop past erbij. Moet ik voor een klein beetje suikerstrooptoevoeging een nieuwe fles gebruiken?
Ik schenk er een glas uit.... en schenk zoveel suikerstroop erbij dat het net in de fles past.

Hoe krijg ik een hoger alcoholpercentage in de wijn
Ik hoop dat het alcoholpercentage een beetje stijgt door de toevoeging van de suiker. Daar ga ik een week op wachten.....
Ondertussen kom ik naast allerlei tabellen om percentages en grammen te meten en te berekenen ook het vierkant van Pearson tegen.......

Het lijkt wel hogere wiskunde (ha, ha, dat was niet mijn favoriete vak vroeger!)
Je vult alle percentagegetallen in het vierkant in en met de berekening komt eruit hoeveel alcohol je kunt toevoegen, mengen eigenlijk om het alcoholpercentage (kunstmatig) te verhogen. Ik heb nog een halve fles brandewijn staan. Maar volgens mijn berekeningen moet ik eigenlijk 1,75 liter  (!!)brandenwijn (van 35%) toevoegen, om het alcoholpercentage van 8%  naar 12% te krijgen.

Ergens vind ik dit geen fair plan. Ik wil zelf wijn maken en niet cheaten door wodka of brandenwijn toe te voegen. Ik laat eerst de suiker zijn werk doen en ga voorlopig géén sterke drank  toevoegen.


Vier dagen later, vandaag dus, ga ik de wijn opnieuw testen. Ik zet alvast een nieuwe fles klaar, voor als ik de wijn verder wil vermeerderen met suikerstroop of alcohol......
En besluit het alcoholpercentage nog eens te meten met de vinometer.

Ik test zeker wel een keer of acht, want ik vind nog een andere vinometer en gebruik deze ook.
Vreemd, ze geven allebei een ander percentage aan.
En het hele wijn-maken is al zo duidelijk.... :(

Ik test gelijk de vinometer op de biologische, Spaanse wijn die ik drink, waarvan op het etiket een alchoholpercentage van 13% staat. Bij de ene meter klopt dit, maar bij de andere niet.....
Ik kom er niet meer uit. Ik gebruik de vinometer goed, maar toch blijft de uitkomst verschillend.

Dan nog maar een paar slokjes proeven, samen met mijn lief. Twee proeven meer dan één.

De smaak is al wat verbeterd door het toevoegen van de suikerstroop. En hij is nog niet té zoet. Ik voeg het restant suikerstroop toe, wat er nog stond.

En ik sluit de fles af met het waterslot.
Er gebeurt wel iets.
Dat zie je hier op de foto: de wijn gaat licht schuimen (aan de rand) en komt omhoog.

Als ik naar de mooie, lichtrode kleur kijk, zou het best wel eens een lichte rosé wijn kunnen worden.
Wat betreft 'tintelend':  dat is een degustatieterm en zo noem je een wijn waarin een restje koolzuur is achtergebleven. Het komt het meest voor bij lichte, frisse, zowel rode als witte jonge wijnen.
Als je die lekker koud serveert op een warme zomerdag, lijkt me dit geen straf om te drinken.......

De moderne tendens is het produceren van lichte en frisse wijnen, lees ik ergens (èn niet in mijn boekje uit de jaren '80)
Zou ik nu gelijk een heel moderne wijn 'geproduceerd' hebben?!

Dan is het wachten alleen nog op mooie, warme dagen. Toch?!


woensdag 27 april 2016

Bouillonpoeder zelf maken

Als smaakmaker in de soep gebruik je meestal een bouillonblokje of bouillonpoeder. Ik maakte deze week zelf bouillonpoeder! Niet zo moeilijk te maken, zeker niet met een voedseldroger.
De gangbare bouillonblokjes (niet biologisch dus) zijn misschien niet zo duur, maar de voornaamste reden voor mij om dit zelf te maken, is weten wat er in zit. Weet jij wat je allemaal binnenkrijgt met het gebruik van een bouillonblokje?

Ik maak het liever zelf, dan weet ik precies wat er in zit!! Puur en biologisch.
En............ mijn voedseldroger doet het meeste werk!

't Komt goed uit voor mijn warme wortelsoep op deze koude Koningsdag.

Zelfgemaakte bouillonpoeder

Ingrediënten:
  • 3 zakjes biologische soepgroenten
  • 2 uien
  • 10 teentjes knoflook
  • verse kruiden: bieslook, tijm, munt, rozemarijn, peterselie (die groeien gelukkig al overdadig in de kruidentuin)
  • 2 el gemalen zeezout
  • 2 el gemalen koriander
  • 1,5  el gemalen zwarte peper
  • 1 el gemalen piment





















Hoe maak ik het klaar:
Snijd de ui en knoflook in stukjes. Snijd of knip de verse kruiden fijn.
Doe alles in een grote kom, samen met de zakjes soepgroente (of gebruik verse groenten zoals: prei, wortel, paprika, bloemkool).






















Maak het fijn met een staafmixer.























Voeg het zout en de specerijen toe en mix dit er goed doorheen.
Je krijgt een smeuïge, dikke groenige pasta.






















Ik deed dit in mijn voedseldroger en verdeelde deze hoeveelheid over drie platen.
Omdat het mengsel behoorlijk vochtig is, deed ik er vetvrij papier onder.






















Ik zette de voedseldroger op de hoogste stand (70 graden) en liet het werk aan hem over.
Een heel kruidige geur vulde het huis. Ik vond het lekker, maar in het begin kregen de kinderen   tranen in hun ogen van de 'uien-lucht'.  ;)

Heb je geen voedseldroger, dan kun je ook de oven gebruiken. Verwarm die voor op 90 graden en zet na een uur de ovendeur op een kiertje om het vocht te laten verdampen. Schep het mengsel tussentijds regelmatig om.
Ik heb dit vorig jaar ook gedaan en het is, hoewel iets bewerkelijker, goed te doen.
Het grote voordeel van een voedseldroger is dat  hij veel goedkoper is. Een oven verbruikt ruim het dubbele aan energie, heeft veel meer kilowatt nodig om zichzelf te verwarmen. Een voedseldroger niet.
En je hebt er minder omkijken naar. Je hoeft in dit geval het bouillonmengsel niet om te scheppen.
Na een uur of zes is het mengsel (in ieder geval op de onderste plaat) helemaal ingedroogd. Kijk even of alles goed droog is, anders droog je de bouillonpasta op de andere platen nog wat langer.
Dit komt ook door het gebruik van het vetvrije papier, wat minder circulerende lucht door laat.
De bouillonpasta lijkt nu op een soort knapperige, chipsachtige plaat.
Ik verbrokkelde het in een grote kom.
En met mijn handen verpulverde ik het verder.

Lukt dit je niet, gebruik dan een staafmixer om het tot fijn bouillonpoeder te malen.

En klaar zijn mijn twee potjes bouillonpoeder.
Heerlijk, daar kan ik weer even mee vooruit.
Als je het donker en vochtvrij bewaart, is dit bouillonpoeder zeker een half jaar houdbaar.
Proef en experimenteer zelf in welke verhouding je dit bouillonpoeder gebruikt.


Bij gebrek aan smaakmakers en allerlei andere zaken, die bij merken zoals Maggi en Knorr wel worden toegevoegd, is dit niet precies dezelfde verhouding zoals je die misschien gewend bent.
Misschien kun je wel wennen aan een wat minder zoutige smaak. Zo goed is zout immers niet voor je.

Net als al die andere stoffen trouwens, die aan het bouillonpoeder wat je in de supermarkt koopt, worden toegevoegd.  Ik zie toevoegingen zoals glucosestroop en suiker (??) (Huh, suiker in de soep?) en een aantal E-nummers.
E-nummers zijn (chemische) additieven (hulpstoffen) die door de EU zijn goedgekeurd voor het gebruik in voedsel. Additieven zijn toevoegingen aan levensmiddelen om de eigenschappen te verbeteren of te veranderen. Denk aan kleurstoffen, conserveringsmiddelen en voedingszuren. Hiermee ziet je eten er mooier uit, is het langer houdbaar en is de smaak intenser.
E 621 zit in bouillon en soep en in heel veel hartige producten (zoals chips). Het was eerst verboden in Europa, maar door belangenverstrengeling nu goedgekeurd. En het wordt op grote schaal gebruikt. Het zorgt er in ons lichaam voor dat onze hormoonhuishouding verstoord wordt en dat we honger krijgen. E621 is neurotoxisch (schadelijk voor de hersenen) en het heeft een eetlustverhogende werking omdat dit het endocriene systeem (hormoonhuishouding) ontregeld. Dit hormoonsysteem regelt namelijk je honger- en verzadigingscentrum.
Nu ik dit weet, wil ik dat toch niet meer binnenkrijgen en nog belangrijker: niet aan mijn kinderen geven!
En waar ik ook van schrok is dat er op het etiket van Maggi (de tuinkruidenbouillon) staat dat het vegetarisch is. Maar de  E627 en E631 worden gewonnen uit gist of uit sardines, of ander vlees. Bah!
Zwaar ongeschikt zelfs voor moslims, Joden en Hindoes en de voor he geldende spijswetten.....

Maar veel zelf maken is gelukkig iets, wat binnen mijn mogelijkheden ligt.
En anders is biologisch eten en (een aantal) producten bij de Natuurwinkel kopen, ook mogelijk.

Met dit blog wil ik je inspireren om zelf na te denken over je voeding en gezondheid. 
En handvatten aanreiken om dingen zelf te maken en daardoor te weten wat je binnenkrijgt.
Wees bewust van wat je eet!
Wat wil jij?
Wat vind jij belangrijk?





dinsdag 26 april 2016

Rabarber!

Yes! Het is weer tijd voor rabarber! De rabarber ligt van april tot eind juni in de winkels. En in mijn tuin staan wel acht planten! Er verschijnen al lange, rode stengels, klaar om geoogst te worden!

Voor ik verder schrijf, moet ik eerst iets opbiechten: eigenlijk vind ik rabarber niet zo lekker! Huh?
Nou ja, rabarbermoes dan. Dat prutje dat ik vroeger na mijn aardappelprakkie op mijn bord kreeg, of in mijn vanillevla...... Bah!

Met rabarber kun je gelukkig veel meer doen!
Vorig jaar bijvoorbeeld maakte ik:
  • rabarberjam, soms gecombineerd met andere vruchten of met kruiden
  • rabarberlikeur oftewel rabarbercello
  • rabarbersiroop, mooi roze van kleur. De smaak was echter zó apart. Ik hoop dat ik het recept weer tegenkom, zodat ik weet wat ik er in heb gedaan.
  • rabarbertaart, ik heb ze in zeker vijf varianten gebakken
En wie weet wat ik dit jaar met mijn rabarberoogst allemaal nog meer ga klaarmaken.
Om met het laatste te beginnen: ik maakte gisteren mijn rabarbercrumble! Een oud recept.......

Verrassende rabarbercrumble

Ingrediënten:
  • 750 g rabarber
  • 150 g vruchtensuiker (fructose)
  • 2 el rozijnen
  • 2 tl sinaasappelrasp
  • 100 g volkorenmeel
  • 1/2 tl kruidnagelpoeder
  • 125 g koude roomboter
Hoe maak ik het klaar:
                                                                                         Week de rozijnen in wat warm water. Rasp een stukje van de (liefst biologische) sinaasappelschil af.   Verwarm de oven voor op 160 graden. Was de rabarber, maak ze schoon en snijd ze in kleine stukjes. Schep 50 g suiker en de rozijnen erdoor. Vet een lage ovenschaal in met een eetlepel boter en verdeel  het rabarbermengsel in de schaal.
Roer de rest van de suiker, het meel, de sinaasappelrasp en het kruidnagelpoeder door elkaar in een kom.  Doe de koude boter erbij  en snijd die met twee messen door het meelmengsel.

Kneed het daarna met de vingertoppen snel door elkaar tot het een kruimelig deeg is. Verdeel dit over de rabarber en zet de schaal in de oven. Bak de rabarbercrumble in ca. 50 min. gaar en licht goudbruin. Door de sinaasappelrasp kleurt het mooi oranje. Leuk voor koningsdag! 



Geweldig als dessert. Zowel warm als koud lekker!
En bij een kopje thee smaakt het ook!
Serveer de crumble evt. met wat geslagen (soja)room of met een bolletje citrusvruchtenijs.



 Ziet het er niet lekker uit!?!

maandag 25 april 2016

Brandnetellasagne

Wat ben ik toch een vreemd mens..... Ik ken tenminste niemand anders die van dit plaatje brandnetels, wat zich overigens meters en meters ver uitstrekt, enthousiast wordt.

Ik wel!  

Ik zie de mogelijkheden!
Brandnetels zijn geweldig, als je er wat meer van weet!
Ik heb er al eerder over geschreven, dus dat ik ga niet herhalen, maar als je weet hoe geneeskrachtig en gezond iets is,  kun je er van leren genieten.
Deze brandnetels staan aan de randen van de (biologische) wijktuin. Heel natuurlijk en puur. De tuin is afgesloten met een hek, er komen geen honden, het ligt niet direct langs een drukke weg en Henk laat ze speciaal voor mij nog even staan.
Gaan ze bloeien, dan gaat hij ze ook weghalen. Hup, met de bosmaaier erover heen.
Super, toch?
Ik plukte 500 gram. Alleen de topjes met de eerste blaadjes daaronder. Als je ze langs boven vastpakt, brandt je je niet. Hoewel..... je voelt altijd wel iets, een heel klein beetje! Maar het voelt meer als een tinteling. En elke keer denk ik eraan, dat ik vast geen reuma aan mijn handen zal krijgen, als ik zoveel brandnetels pluk.... Of het waar is, zal ik wel merken (en is natuurlijk van meerdere factoren afhankelijk.....) maar feit is dat brandnetels geneeskrachtig zijn.
Thuis deed ik de brandnetels in mijn groentewasemmer.  
En toen maakte ik brandnetellasagne.
En dat vónden ze hier toch lekker!!
Het was zo op.

Ik deel het recept hier!

Brandnetellasagne

Ingrediënten:
  • 500 g verse brandnetels (toppen van voor- of najaar)
  • olijfolie
  • 1 ui
  • 2 kleine preitjes
  • 2 teentjes knoflook
  • 250 g kastanjechampignons
  • 1, 5 pak lasagnebladen
  • 2 tomaten
  • 200 g geraspte belegen kaas
  • versgemalen peper
  • kruidenzout
Voor de bechamelsaus:
  • 50 g boter
  • 50 g bloem
  • 8 dl ongezoete sojamelk

Hoe maak ik het klaar:
Was de brandnetels voorzichtig in een emmer of vergiet. Omdat snijden nogal lastig is, zonder jezelf flink te prikken, knip ik met een schaar de brandnetels fijner. Snipper de ui en de knoflook en snijd de preitjes in dunne stukjes.
Verwarm de oven voor op 210 graden.
Verwarm de olie in een grote hapjespan en fruit hierin de ui, knoflook en prei. Voeg na twee minuten de brandnetels in gedeeltes toe en laat ze op hoog vuur slinken. Breng op smaak met peper en kruidenzout. Verwarm in een kleine koekenpan wat boter en bak hierin de in plakjes gesneden champignons.
Maak ondertussen de bechamelsaus. Neem een kleine pan en smelt hierin de boter. Voeg de bloem toe als de boter gesmolten is. Roer goed tot een soort bal ontstaat (de roux). Verwarm een paar minuten. Meet de sojamelk af. Je kunt een deel kookvocht of gewoon water nemen in plaats van de melk. Voeg de vloeistof in gedeeltes toe, onder voortdurend, stevig roeren. Ik gebruik een garde, want de saus moet klontvrij worden. Warm elke keer even goed door, voordat je een nieuwe scheut vocht toe voegt. 







Neem een grote ovenschaal en vet die in met een scheutje olie.
Begin met een laag brandnetelmengsel, verdeel daaroverheen een klein beetje saus en wat gebakken champignons. Dek af met een laag lasagnebladen. Herhaal dit twee of drie keer.
De bovenste laag maak je met alleen saus, daaroverheen verdeel je de in schijven gesneden tomaten.
Dek af met een laag geraspte kaas.

Schuif de lasagne in de oven en bak hem ongeveer in 30 tot 40 minuten gaar.



 
 Dit recept heb ik ooit een keer als tiener overgeschreven uit één of ander blaadje.
Ik weet echt niet meer waarom, want mijn moeder kookte altijd gewone, Hollandse kost. Ze gebruikte nooit knoflook en natuurlijk al helemaal nooit brandnetels, want dat is toch geen groente......
Dit is beslist een heel alternatief recept.
Maar het is echt lekker!

En durf je de brandnetels niet aan? Dan kun je die vervangen door spinazie...... 
Laat je het me horen als je het een keer geprobeerd hebt?

zondag 24 april 2016

Mijn moestuin (16)

Deze week heb ik veel in  de tuin gedaan en beleefd! Van een padje onder mijn loopplank tot het tellen van mijn paksoi-plantjes, van bloempotjes verven met kids tot 's avonds in het donker nog zaaien, van heerlijk in mijn hemdje in het zonnetje zitten, tot verkleumen in een hagelbui.
April doet wat 'ie wil! En ik ook!

Planten:
Ik begon deze week met alle gezaaide plantjes uit te planten. Soms is zaad zó klein dat er per ongeluk meer dan twee zaadjes per potje in de grond vielen. Zo heb ik heel veel paksoi wat op een soort kluitje groeide. Tijd om het ordentelijk in afzonderlijke potjes te zetten. Maar wat had ik er veel..... Na het uitplanten kwam ik met tellen tot 31!! Ja, het is goed opgekomen. Maar wat moet ik met 31 paksoi-planten?! 
Nou ja, eerst maar kijken wat er doorgroeit..... het blijft spannend met een tuin, hoor.
Zo had ik ooit eens meer dan honderd Chinese kool plantjes uitgezet. Uiteindelijk heb ik er 3 van gegeten. De rest was slakkenvoer......

Ik wilde de paksoi-plantjes gelijk in mijn kasje zetten om te harden, maar daar was niet zoveel ruimte meer en ook potjes om over te planten, waren bijna op.
De slaplantjes, ijsbergslaplantjes en krootjes namen de ruimte en de potjes in. Gelukkig kunnen die al uitgeplant worden in de volle grond. Daar is nog ruimte genoeg.

Zo gezegd zo gedaan.
Met een paar manden vol plantjes op naar de moestuin.

Daar zette ik de sla in twee rijtjes naast elkaar èn naast het aardappelbed.

De worteltjes willen graag meer ruimte.....
Sla, vooral die malse, groene blaadjes, zijn zeer aantrekkelijk voor vogels.
Dus daar moet een net overheen. Even lenen van de peultjes, want het net dat ik nog had liggen, was te klein. Kwestie van doorschuiven. Ach...... het moet er netjes uit zien, maar liefst geen geld kosten. De bogen zijn op maat gemaakte pvc-buizen. Volgens mij gebruiken alle moestuinders die.

En een beetje kunnen handwerken is ook prettig. Het grote gat dicht ik met vier touwtjes: even weven en dan vaststrikken.....
Zo, die plantjes staan goed! Over hoeveel tijd zou ik ze kunnen oogsten?
De krootjes of rode bietenplantjes zet ik achteraan de rij met de tuinbonen. Gewoon een kwestie van de ruimte opvullen. Dat kan makkelijk, omdat ik toch geen tuinplan heb, dan kan ik fijn flexibel zijn.
De lege potjes, waar het me om te doen was, nam ik weer mee naar mijn achtertuin en m'n pottafeltje.

Nu kon ik de paprikaplantjes overzetten evenals de bleekselderij en de knolselderij. Krijgen die ook weer de ruimte om door te groeien.

Zaaien
Nu had ik weer ruimte om te zaaien. Woensdag zaaide ik zes potjes in met augurken. Vorig jaar had ik heel wat augurken ingemaakt, maar helaas zijn ze al weer op. 
Ik zaaide zeven potjes in met witlof. Hopelijk lukt het dit jaar. Witlof is een heerlijk gewas, wat door twee verschillende groeifases moet gaan. Een andere keer meer hierover.
Ik zaaide drie potjes in met Cantaloupe-meloen. Deze groeien echt in mijn kasje. Als ze in de nazomer rijpen, verspreiden ze een doordringend zoetige geur, die de hele kas vult. Ben benieuwd of het dit jaar ook weer lukt! En of ze wat groter worden....
Verder zaaide ik spruitjes: heerlijk! Deze hebben veel groeitijd nodig, wel een beetje vreemd om ze nu al te zaaien als voorbereiding van een oogst in de winter, dus over zo'n zeven tot negen maanden..... maar tuinieren is plannen en vooruit denken.
Ik zaaide  ook drie potjes raddichio in: heerlijke kropjes bitterrode sla (kruising tussen sla en witlof).
En kouseband: een exotische groente, die ik in mijn kasje opkweekte afgelopen jaar. Het lukte! Dus dit jaar ga ik er opnieuw voor. Ik maakte er rotivulling mee klaar, een lievelingsgerecht van de kinderen. 
Ik zaaide een pot in met anijs. Dit kiemt langzaam en ik ben benieuwd of het gaat lukken. Ik wil het voor het zaad opkweken. Dan kunnen de kinderen in de winter een kop anijsmelk drinken, van zelf opgekweekt anijszaad. Hoe leuk is dát!
Ik zaaide vijf potjes bloemkool in en dat vind ik spannend. Voor mijn gevoel moet je voor een goede bloemkooloogst een heel goede tuinder zijn, want bloemkool heeft veel vijanden: rupsen, slakken, vogels.....  en later ook zonlicht. Ik ga het gewoon proberen, dit jaar!
En ja, waar had ik nou ook al weer dat andijvie zaad gelaten?! Gelukkig, ik greep niet mis, maar had het nog niet op zaaivolgorde gelegd........ Ik zaaide zes potjes in met andijvie en dat ga ik nog een paar keer herhalen dit jaar. Andijvie groeit snel, dus dat kan een paar keer per jaar gezaaid en geoogst worden.
Ook zaaide ik nog pompoenen, van zaad dat ik zelf gewonnen heb. Ben benieuwd hoeveel pompoenen er dit jaar aan komen.
Mijn jongste zoon zaaide samen met een vriendinnetje nog een aantal moestuintjes van de AH. Wat een gezellig bakje wordt dat!

In mijn wijktuin zaaide ik twee rijtjes radijs en vier rijtjes snijbiet.
En nu maar wachten op regen en zonneschijn, dagen en nachten wachten......
Want ik kan zaaien, maar dat het zaad gaat groeien is elke keer weer een wonder!

Mijn wijktuin
Woensdag kwamen de kinderen weer op de tuin voor hun derde schooltuinles.
Deze keer deden we twee lessen in één, omdat het volgende week koningsdag is en daarna vakantie. Alle kinderen worden uitgenodigd om ook tussentijds naar hun tuintje te komen: onkruid wieden, eventueel water geven, gewoon even kijken. Maar ja......  kinderen vergeten het wel eens.
In ieder geval was het een leuke, afwisselende les, deze week.
Achterin de tuin is er een overdekte lesplek waar ik de les altijd begin en afsluit. Met een eigen white board..... hoe luxe op de tuin!
Deze week zetten de kinderen krootjes, rode sla en andijvie in hun tuintje. En ze planten afrikaantjes.
Een drukke les, maar ze kregen extra tijd. Als gereedschap gebruikten we de grote schoffel. Doordat de grond in de winter zó goed is voorbewerkt: met een tractor geploegd, bemest en gefreesd, groeit er niet zoveel onkruid. De kinderen hebben geluk! Maar toch moeten ze leren hoe ze met al het gereedschap moeten omgaan.
Na de praktische lessen in de voorbeeldtuin, is het gelukt. Bij alle kinderen staan de plantjes in de tuin! Niet allemaal recht op het rijtje, niet allemaal links wat links moest, maar ach.... who cares.
De kinderen vinden het leuk! Ze genieten ervan! Ze zijn enthousiast! 
Als ik vermoedde dat kinderen niet echt geïnteresseerd waren in tuinieren, vroeg ik ernaar en tot mijn verrassing zeiden juist die kinderen dat ze hun eigen tuintje super leuk vinden.
Dan is mijn werk helemaal geslaagd, toch?!!

En als loon kreeg ik ook mijn plantjes voor in de tuin. Sjalotjes, afrikaantjes, krootjes, rode sla en andijvie. Dat krijgt een plekje in mijn wijktuin. Ik begin bij de randen en kijk wel welke planten er nog meer een plekje nodig hebben. Eén hoekje van m'n tuin (2 m2 ofzo) krijgen mijn jongste twee kinderen. Wat waren ze daar blij mee. Ze waren bijna niet meer mee te krijgen. En wat zag de grond er in dát hoekje mooi bewerkt en fijn uit. Goed gedaan!

's Middags was er (weer) een leuke kinderactiviteit: bloempotjes verven en versieren en daarna een moestuintje erin zaaien.
De wijktuinen werden door Albert  Heijn gesponsord met alle overgebleven moestuinpotjes. Twee bananendozen vol, werden afgeleverd. Samen met een paar flessen aanmaaklimonade en een paar zakken spekkies. Goede actie, zeg!

Er kwamen zo'n twintig kinderen op deze activiteit af en die hebben erg veel plezier gehad.
Allemaal gingen ze met een mooi geverfd potje met daarin een gezaaid  'moestuintje' naar huis, ook mijn kinderen!
Wat een super leuke middag. 

Oogsten:
Deze week oogstte ik ècht de laatste raapstelen en at het met spaghetti.
Wat een verrassing toen ik dacht daarna een lege kas te hebben. Er waren spontaan plantjes gaan groeien van wat er vorig jaar had gestaan. Koriander kwam her en der op. Mmmm.....  wat ruikt dat toch lekker! En ook een plukje postelein komt spontaan op. Dat gaat er natuurlijk niet uit........ eens kijken wat ik ermee kan.
Ik zie het als een belofte voor als ik het zevende jaar mijn tuin en grond rust ga geven. Ook dan zal ik kunnen oogsten, terwijl de grond niet bewerkt wordt......

En ik oogstte mijn eerste krop sla.
Ik at het lekker als een grote lunchsalade op. Wat smaakte dat goed, buiten in het zonnetje.

Een paar madeliefjes erop! Een feest voor het oog!
Ik voel me niet alleen gezond maar ook super energiek hierdoor!
Donderdagmiddag was het niet koud en in mijn kasje staat een thermometer. Zie jij wat ik zie?
In april, achter enkel glas, deze temperatuur........ 
 
Mijn appelboompje die al twee keer verplant is, staat nu mooi in bloei. Zou er dit jaar eindelijk een appeltje aan gaan groeien?!

Weer een week voorbij! Dat gaat snel!
Ik zie weer uit naar wat er de komende week op mijn tuin te beleven valt.....