woensdag 28 maart 2018

De moestuin in maart

Al in februari begon ik enthousiast in mijn moestuin, maar door alle kouderecords die deze maand werden gebroken, lag het tuinwerk echt even stil.
In plaats van in de tuin te werken, was het meer tijd om de vogels bij te voeren.

Zoiets heb je niet te kiezen. Ik baal er wel van  dat ik nu niet echt vroeg kan beginnen, maar misschien is het maar goed ook. Als er nu al van alles in de grond had gezeten, was het zaad vast niet opgekomen omdat het bevroren raakte.

Dat is tenminste bij mijn tuinbonen wel gebeurd. Enthousiast had ik ze in februari al gezaaid, omdat ik las dat ze wel tegen een klein beetje vorst kunnen, 

En ik had ze in papieren potjes in mijn kas gezet.

Maar ja, het was wel erg koud met als gevolg dat er na twee weken nog geen sprietje groen tevoorschijn kwam,
na drie weken ook niet en na vier weken ook nog niet.
Helaas! Té vroeg begonnen? Ik weet het niet.....

Sommige boontjes waren gaan rotten......
In ieder geval ben ik opnieuw begonnen.

En kijk! Dit wil ik dan graag zien na een kleine twee weken.
Nieuw Leven!!

Daar word ik toch zó blij van! Het groeit!
Deze keer doen de boontjes het wel!

Zó heb ik nog veel meer gezaaid!
Binnen.... ja, dát wel!
Ondertussen staat mijn schoenenrek, getransformeerd tot zaaiplantenrek,
vol met potjes kiemkracht, gevangen in gewillige zaadjes.
En wat doe ik het dit jaar toch netjes: ik schrijf alles precies op.
Hoeveel zaadjes en van welk soort ik in welk rijtje heb gestopt.
En om het af te maken, plastificeer ik dit kaartje zodat het leesbaar blijft als ik er per ongeluk water op mors.
Oeps! Alleen de datum vergeten....
Is het leesbaar?  Mijn eerste zaaisel bestaat uit koolrabi, krootjes, andijvie, tomaat en twee soorten sla.
Een paar weken later zijn het al heuse plantjes met hun eigen karakteristieke uiterlijk.
Alleen de sla is niet opgekomen.
Zou het zaad te oud zijn? Of heb ik het niet juist bewaard?
In ieder geval maar ander zaad proberen.

Inmiddels ben ik ook aan het verzamelen geslagen.
Ik maakte een lijst van wat ik allemaal aan zaad wil hebben en elke keer koop ik wat. 
Voor de schooltuintjes kon ik ook zaad gaan ophalen. Bij de gemeente lag een groentezadenpakket klaar en ook de Albert Heijn had voor scholen een paar dozen moestuintjes klaar staan. Wel jammer dat ik niet alles kan gebruiken in de zeer open schooltuin. Wijkbewoners kunnen makkelijk de tuin in.  'Wild'oogsten of vernielen, dat voorkom ik liever. Dus de groente mag niet te uitnodigend zijn. Zoals bijvoorbeeld pompoenen, tomaten of komkommers. En ook is het niet handig als het midden in de zomervakantie oogsttijd is. Ook al vinden de kinderen de schooltuintjes nog zo leuk, ze komen er echt niet voor terug!
Alle moestuintjes en zaadjes zijn gesorteerd en uitgezocht. Ik deel zaad uit aan enthousiaste ouders met moestuin en houd een deel voor in mijn eigen moestuin. Andersom deel ik mijn zaad en aardappels met de schooltuintjes.
En net na de Pasen ga ik met groep 5 beginnen. Ik krijg er zin in!

Bij de Aldi verzamelde ik lustig verder: zakjes met pootuitjes èn (impulsaankoop) een tray met viooltjes. Die laatste waren dubbel, dubbel afgeprijsd. Een hele tray voor maar 75 cent.
Omdat het niet eetbaar is, ook niet voor de bijen, hoeft het voor mij niet biologisch.
Met de viooltjes vul ik mijn balkonbakken....
en een paar hanging baskets. Gezelligheid bijna gratis!


Op de tuin, die ene droge dag begin februari, heeft buurman Teun de tuin voor me gefreesd.
Het zag er zeer uitnodigend uit.
Toch bleef het, langer dan ik wilde, zó liggen.
Met vorst kun je immers niks beginnen in de moestuin.
En als het dan een dagje tuinweer is, had ik vaak afspraken of andere werkzaamheden staan.
Zo waren de kippen nodig toe aan een schoon verblijf.
Maar dit diende een dubbel doel.


De kippenmest, inclusief stro, kon de tuin op. Met de kruiwagen rijd ik met mijn stinkende vrachtje naar de tuin. Kippenmest is erg zuur en te heftig als plantenmest, maar in kleine hoeveelheden door de grond gewerkt, is het een prima meststof. 
En zoals ik met mijn kruiwagen naar de tuin reed, zo liep ik ook met de kippen naar de tuin. Onder elke arm één en toen kon ik met geen mogelijkheid meer een selfie nemen;)
Vooraan loopt Lispeltuut en achteraan loopt Popcorn. Met hun stevige poten kunnen ze de grond lekker fijnwoelen en onkruidgras opeten. Wát een prachtige samenwerking tussen mens en dier, is het niet?
Een wormpje mogen ze dan ook wel verschalken.
Echte scharrelkippen zijn het zo.
Ze bleven netjes op mijn stuk tuin en ze zijn zó tam dat ik ze gewoon weer oppak als ik naar huis wil. Leuk, hè?

Verder heb ik in de tuin niet veel gedaan.
Wel heb ik getracht mijn kennis te vergroten en ik volgde een workshop
                   'Fenomelogisch en kosmisch tuinieren'.

Op een studiedag voor imkers werd dit aangeboden en het leek me wel wat voor me.

Een artistiek uitziende man was al jarenlang bezig met zijn eigen proeven op het land. Zo zaaide hij eens dagelijks een vierkante meter rogge in en keek naar de bodem en het eindresultaat. Hij verbond de uitkomsten met de maanstanden maar ook met de planeet Venus in zijn ronde om de aarde.
Zelf had hij nog les gehad van Maria Thun, die de biologisch dynamische zaaikalender uitgeeft.
Dat de maanstand invloed heeft op datgene wat groeit, dat geloof ik. 
De maanstand heeft ook invloed op eb en vloed wat te maken heeft met aantrekken en afstoten.
Maar in deze workshop werd me helaas niet erg veel duidelijk.
De kernboodschap die ik meekreeg, kan ik in één korte zin samenvatten: 
    "Je moet tuinieren op je gevoel!"
Nou, die ga ik dan maar onthouden ;)!
Bij deze man heb ik nog wel een bijzondere schoffel gekocht.


Een zogeheten holle schoffel met een buigzame, kromme steel.
Door de kromming kun je er op drukken en de hoek van de schoffel op de aarde, wijzigen.
Het kost je dan ook minder kracht.

De holle schoffel zelf is erg smal en kan gebruikt worden om te duwen en om te trekken.
Dat laatste is lichter in gebruik, werd me verteld.
Natuurlijk mocht ik even proefschoffelen in het perkje buiten. Ik wist alleen niet precies wat onkruid en aanplant was;)  maar schoffelen deed 'ie.

En onkruid wieden zal ik dit jaar vast nog heel vaak moeten doen!

Nu nog even wachten op mooie, droge dagen en dan begint het tuinseizoen pas echt goed!
Fijne lentedagen allemaal!

dinsdag 27 maart 2018

Pitabroodjes zelf bakken

Bak ze bruin, die broodjes!
Af en toe bak ik speciale broodjes, zoals deze pitabroodjes!

Zien ze er niet mooi uit?!
Ik heb echt respect voor mensen die hun eigen, dagelijkse brood bakken. Ik begin er (nog) niet aan....... al ons brood bakken! Daarvoor eet ik zelf te weinig brood en de kinderen te veel......
Soms in vakanties of op speciale dagen bak ik wel eens een brood.
En bijzondere, lekker-snel-klaar broodjes...... Ja, daar waag ik me graag aan! Zó blijft het speciaal!

De meeste mensen kennen deze pitabroodjes om shoarma in te doen (vandaar ook de naam shoarmabroodjes) en hoewel shoarma ook vegetarisch te verkrijgen is, kan er nog zoveel meer!
Ik eet regelmatig pita's met falafel en allerlei (zoetzure) groenten en toppings voor een complete maaltijd. Pitabroodjes met verse groente zijn ook een heerlijk lunchgerecht. Of maak eens een eenvoudige pita-tosti.
Ik kocht altijd volkoren pitabroodjes en die zijn wel lekker, maar ook nogal droog.

Maar nu ik de pitabroodjes eens zelf heb gebakken en geproefd. Echt..... wat een wereld van verschil. Wát zijn deze broodjes lekker!
Dat ik dit niet eerder heb geprobeerd! Deze maak ik voortaan zelf! 

Nog even een kort pleidooi voor volkoren, want nog steeds denken sommige mensen dat witbrood  geen kwaad kan of zelfs 'gezond' is.
Volkoren graanproducten zijn een belangrijke leverancier van koolhydraten, vezels, ijzer en B-vitamines.  Het eten van volkoren producten verlaagt zelfs het risico op bepaalde hartziekten en diabetes type 2. Hier is veel wetenschappelijk onderzoek naar gedaan met een positieve uitkomst voor volkoren producten. Eet je 90 gram volkoren producten in plaats van witte oftewel geraffineerde graanproducten, dan heb je een lager risico van 25%  op bepaalde hartziekten, 10% lager risico op het krijgen van darmkanker en bij diabetici schommelt bijvoorbeeld de bloedsuikerspiegel veel minder.

graankorrel
De graankorrel bestaat uit drie delen. Binnenin zit de meelkern, onderin de kiem en om het geheel zit de zemel. De meeste goede voedingsstoffen zitten in de kiem en de zemel. Volkoren graanproducten zijn gemaakt van de hele (vermalen) graankorrel.
Denk bij bewust eten  niet alleen aan volkoren brood, ook volkoren pasta, wat uit 50% volkoren meel bestaat en zilvervliesrijst (de hele korrel, dus  'volkoren') zijn vele malen gezonder.
Deze voordelen van volkoren producten worden voor een deel toegeschreven aan de vezels in het meel. De graanvezel zorgt tevens voor een goede darmwerking, maar dát wist je al, toch?
Witbrood en witte pasta zijn gemaakt van tarwebloem en bevatten alleen de meelkern, het middelste deel van de graankorrel.
Dit is de reden dat ik zoveel mogelijk volkoren producten gebruik en ook zoveel mogelijk koekjes en taarten meng met volkoren meel. Pannenkoeken, appeltaart, alles kan met volkoren meel. Het is wat steviger qua bite, maar niet minder lekker! En je lichaam wordt er door opgebouwd! Deze informatie komt van de site van het voedingscentrum.

Maar nu..... tijd voor pita's!

Volkoren pitabroodjes

              voldoende voor 12 tot 16 broodjes
Ingrediënten:
  • 400 g biologische volkoren meel
  • 400 g biologisch tarwebloem
  • 2 el olijfolie
  • 14 g gedroogde gist
  • 2 tl gemalen zeezout
  • 5,5 dl warm water
Hoe maak ik het klaar:
Weeg het meel af en doe het samen met het zout in een kom. Doe het handwarme water in een maatbeker en roer daar de droge gist door tot het is opgelost. Je kunt ook verse gist gebruiken, dan neem je 2,5 keer zoveel. In dit recept dus zo'n 35 gram.
Maak in het midden van het meel een kuiltje en doe hierin de olijfolie en een deel van het water met daarin de opgeloste gist. Roer de vloeistof stevig vanuit het midden door. Voeg al het water toe en kneed het deeg met je handen. Is het te plakkerig, voeg dan wat extra meel toe. Is het te droog, voeg dan wat water toe. Het makkelijke met deze pitabroodjes is dat je het deeg niet hoeft te kneden, zoals bij gewoon brood.
Verdeel het deeg door de helft en vervolgens kun je kiezen of je grote of kleine broodjes wilt. Voor grotere pita's maak je zes balletjes (12 in totaal), voor kleinere (à la winkelformaat) pitabroodjes verdeel je het deeg  nog twee keer door de helft, zodat je in totaal zestien balletjes krijgt.


Rol deze balletjes uit tot een kleine, ronde lap van ongeveer een halve centimeter dik.
Strooi voor het rollen wat meel op het oppervlak waarop de broodjes liggen.
En strooi ook wat op de bovenkant van de broodjes.
Leg de broodjes op een bakplaat met bakpapier.
Bedek met een theedoek die je met heet water vochtig hebt gemaakt.
Zet de bakplaat met de broodjes op een warme plek om te rijzen. 
Laat de broodjes ongeveer 30 minuten rijzen.
Verwarm ondertussen de oven voor op 250 graden.
Na de rijsperiode schuif je de bakplaat met broodjes zó de oven in.
Bak de broodjes in 10 minuten bruin en gaar.

Het is erg leuk om tijdens het bakken in de oven te kijken.
Halverwege de baktijd lijkt er iets magisch te gebeuren.
De broodjes zwellen helemaal op en gaan bol staan. 

En zo hoort het ook. Van binnen hol zijn ze goed te vullen.
Maar het blijft erg leuk om te zien!
Vanavond nam ik nog versgebakken pitabroodjes mee naar de Pesachmaaltijd.
Daar pasten ze goed op het buffet en ze vielen in de smaak.
Zó zacht, soepel en super vers. Ze waren binnen no-time op.


 
Ben je net als mij geen 'echte broodbakker' maar eet je af en toe wel graag pita's?
Probeer ze eens zelf te maken. Niet moeilijk, snel klaar en vooral......
super lekker!

En laat je het me dan een keertje weten of het gelukt is?
Vind ik leuk!

woensdag 21 maart 2018

Gewokte groenten met notenrijst

Het is alweer een paar jaar geleden dat ons favoriete wokrestaurant afbrandde. Ik had er heel wat gezellige uurtjes doorgebracht: met collega's, met familie maar vooral met ons gezin. Als er wat te vieren was, kon het daar! 
Helaas, na het verrijzen uit de as, verdween het wokgedeelte van het restaurant en kwamen wij er ook niet meer......
Terwijl wokken zó leuk is, zeker voor kinderen! Wokken is ook ideaal als je een bepaalde leefstijl of een dieet volgt. Je kiest immers alle ingrediënten zelf.
Bovendien is wokken erg gezond. Doordat je weinig olie gebruikt en op een hoog vuur bakt, heb je een zeer korte verhittingstijd en blijven de eigenschappen van de verse ingrediënten perfect behouden.

Maar wat we in een restaurant eten, kan thuis ook..... waarom niet?! :) 
En op een doordeweekse avond snel klaar zijn in de keuken, is eveneens niet verkeerd!


Gewokte groenten met notenrijst

                   voor 4 personen
Ingrediënten:
  • 1 el olijfolie
  • 1 tl chili olie
  • 1 teentje knoflook
  • 1 stukje gember
  • 2 bosuitjes of stengelui
  • 250 g broccoli (alleen de roosjes)
  • 1 rode paprika
  • 150 g peultjes
  • 100 g oesterzwammen
  • 100 g champignons
  • 1 el ketjap manis
  • 1 el honing
  • wat druppels tabasco
              voor de notenrijst
  • 400 g volkoren basmatirijst (biologisch)
  • 1 el bouillonpasta
  • 8 gedroogde, biologische abrikozen
  • 10 walnoten

Hoe maak ik het klaar:
Begin met het bereiden van de notenrijst. Dat duurt het langst. Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking en voeg een eetlepel bouillonpasta aan het kookwater toe. Hak ondertussen de walnoten grof en snijd de abrikozen in stukjes. Als de rijst gaar is, roer je dit erdoorheen.

Maak de groenten voor de wok schoon.
Schil de gember en snijd hem in hele fijne snippers. Snijd de bosui in ringetjes. Ik heb ze in de diepvries bewaard, dus eet eigenlijk nog uit de moestuin. Hetzelfde geldt voor de peultjes. Heb je ze vers, haal de puntjes er dan af. Snijd de broccoli in roosjes. Gooi de steel niet weg, maar bewaar deze. Je kunt broccolistengels marineren en lekker roerbakken. 
Halveer de paprika en snijd het vruchtvlees in reepjes.
Veeg of borstel de champignons schoon en halveer ze. Snijd ook de oesterzwammen kleiner.
Verhit een wok met anti-aanbaklaag op hoog vuur of een speciale wokbrander.
Als de wok heet is, doe je de olie er pas bij. Verdeel deze goed over de hele pan, je hebt niet veel nodig. 
Knijp het teentje knoflook uit boven de pan, doe de gesnipperde gember erbij en bak ongeveer een halve minuut.
Voeg dan alle andere groenten toe: de paprika, bosui, peultjes, champignons, oesterzwammen en de broccoliroosjes.  Natuurlijk kun je elke gewenste groente en in elke samenstelling voor dit gerecht gebruiken. Varieer gerust met wat je nog in voorraad hebt.
Bak onder voortdurend roeren op hoog vuur in drie minuten gaar en knapperig.
Schep de ketjap, de honing en de tabasco erdoor en roer goed.


Serveer direct.
En vergis je niet, ondanks de korte bereidingstijd zijn de groentes goed heet.
Lekker met de notenrijst.

Eet smakelijk!



zaterdag 17 maart 2018

Imker in de winter

Ja, wat doet een imker eigenlijk in de winter?
Dat was voor mij nog een vraag, deze eerste winter als imker!

De bijen nemen namelijk rust, maar ze slapen niet!
Ik zal eerst wat meer vertellen over hoe bijen in de winter leven.
Het valt je vast op dat je bijen vooral in de zomer ziet vliegen.
Op warme, zonnige dagen vliegen ze ook in het voor- en najaar, maar niet in de winter.
Veel te koud en bovendien is er geen nectar en stuifmeel te vinden.
Maar bijen gaan niet in winterslaap, ze gaan in winterrust!
Ze laten de buitenste ramen voor wat het is en gaan tussen de ramen in, als groep bij elkaar hangen.
De bijen drukken hun kop krachtig naar binnen, zodat een compacte, kogelvormige tros ontstaat. 
Dit wordt de wintertros genoemd.
Hierin overleven bijen de koudste maanden van het jaar.


               En dat ziet er van bovenaf ongeveer zó uit!

De bijen moeten warm zien te blijven en dat doen ze niet in hun eentje.
Bijen functioneren als volk en zullen geen acties in hun eentje uitvoeren. 
Ze geven als het nodig is, hun leven in het belang van het volk.
Individualisme is niet doorgedrongen bij het bijenvolk en dat zal ook niet gebeuren.
Samen staan ze sterk en...... heel belangrijk in de winter: blijven ze warm!
De bijen die nu overwinteren zijn bijna een ander 'soort'. Het verschil zit 'm met name in de leeftijd.
Waar zomerbijen zo'n zes weken leven en passend bij hun leeftijd speciale taken en rollen vervullen, leeft een winterbij daarentegen wel 6 maanden! Ze hebben ook andere taken, want de moer of koningin legt in de winter geen eitjes. Er is dus geen broed te verzorgen.
De belangrijkste taken van de winterbij zijn warm blijven (en warmte afgeven), eten om in leven te blijven (en voedsel doorgeven aan de anderen) en de koningin beschermen.
Ach, de eerste twee zaken zijn niet zo verschillend van wat wij mensen in de winter doen, toch?
Warm blijven en eten....


Omdat ik nogal nieuwsgierig ben, heb ik afdekplaten van plexiglas laten maken. Ik hoef nu alleen het dak maar op te tillen en ik kan zien hoe het met het volk gaat en waar ze zich bevinden.
Wanneer de buitentemperatuur onder de 15 graden komt, is het niet goed om de kast open te maken.
Dan komt er veel kou binnen, terwijl de warmte die de bijen zelf produceren en vasthouden,  juist ontsnapt. Nieuwsgierigheid van een imker of onderzoeker kan noodlottige gevolgen krijgen.
Door het plexiglas kan ik genoeg zien.

Verdere informatie haal ik van de bodemplank.
Deze plank bevindt zich onder een bijenkast en is eruit te schuiven.
Daarop zie ik waar het volk zich als tros in de kast bevindt.
Want de bijen hebben wel minder taken in de winter, maar het knagen van was gaat altijd door.
En dat wasmul  (afval) valt op de bodemplank.

Bij dit bijenvolk bevindt de tros zich vooraan, bij de vlieggatopening, middenrechts.
Bijen kiezen voor hun wintertros de warmste plek in de kast uit.
Bij deze kast, die op het oosten staat, kan dat kloppen. De ochtendzon (en het licht) komt vanuit het oosten.

Ik schrok wel van de hoeveelheid vocht die aan de binnenkant van de plaat als condens blijft hangen.
Zou dit wel goed gaan? Ik stelde deze vraag aan mijn mede-cursisten van vorig jaar. Samen vormen we een soort intervisiegroep. We stellen elkaar vragen, houden elkaar scherp en moedigen elkaar aan. Want net als bij het halen van je rijbewijs, (je gaat pas echt leren rijden door het te doen) is het ook zo bij imkeren. Door het doen krijg je ervaring en je leert steeds bij.
Als er teveel vocht in de kast blijft, kan er schimmel ontstaan op het hout, de raten of zelfs het voedsel.
Maar een kleine hoeveelheid vocht hebben de bijen nodig om te drinken.
Ze gaan in de winter, onder de 12 graden, immers de kast niet uit.
Dus of het gaat schimmelen of niet, dat kan ik nu niet bekijken. Dus hoop ik maar dat het goed gaat.
Bijen houden dus warmte vast, produceren het zelfs. En dat gaat zó wonderlijk vernuftig in zijn werk.

Bijen kunnen, ook al vriest en sneeuwt het buiten, de temperatuur binnen in de kast op een constante temperatuur houden van zo'n 20 graden.
In de buitenste laag van de tros ontwikkelen bijen warmte door het ritmisch samentrekken van de vleugelspieren in het borststuk. Hierdoor produceren ze warmte en heerst er in het midden van de tros een temperatuur van zo'n 20 tot 22 graden Celsius.
Aan de buitenzijde van de wintertros zitten deze 'verwarmings'bijen dicht tegen elkaar aan zodat het in de kern van de tros 20 – 22 graden is. Maar ook aan de buitenzijde van de tros mag de temperatuur niet beneden de 7 à 8 graden zakken omdat dan deze bijen zullen verkleumen en sterven. Om dit te vermijden bewegen de bijen cirkelvormig van buiten naar binnen. De buitenste bijen bewegen zich langzaam en regelmatig naar binnen toe om warm te worden, waardoor een nieuwe buitenste laag van verwarmingsbijen de temperatuur vasthoudt en warmte produceert.
Wonderlijk, hè? Zó mooi!
Met voedsel halen en eten gaat dit op dezelfde manier.
De buitenste bijen gaan naar de voorraad opgeslagen honing die vooral aan de randen van de ramen zit of in de buitenste ramen is opgeslagen. Ze zuigen zich vol en geven dit vervolgens door aan de bijen in de tros. Dit gaat letterlijk van mond tot mond tot het in het binnenste van de wintertros aankomt. Daar in het midden zit de koningin of moer. Iedere bij krijgt op deze manier te eten en door de suikers (energie) houden de bijen de warmte vast.
Maar als de winter erg lang duurt of erg streng is,  kan het gebeuren dat de voedselvoorraad op raakt.
Dit kan ook gebeuren als de imker teveel honing heeft geoogst of als het volk zwak of te klein is.
Hier kan de imker helpen.
Er bestaat speciaal bijenvoedsel, een soort witte suikerpasta, die je kunt geven
Het voedsel zit in een plastic zak wat op de dekplank, de plank waarmee je de kast afsluit, direct boven het volk, gelegd wordt. In een dekplank zit altijd een cirkelvormig gat. Het afdekplaatje kan er af. De zak, waar de imker een grote snee in heeft gegeven, wordt er bovenop gelegd. Zo kunnen de bijen de zak binnenkruipen en het suikervoer opeten. Uiteraard eten ze niet alleen voor zichzelf, maar nemen ze in hun maagje ook weer voedsel mee voor de andere bijen in de tros.
Als imker weet ik echter niet precies wanneer de bijen nu wel of niet te weinig voedsel hebben. Je kunt dit 'voelen' door de kast op te tillen. Aan de hand van het gewicht (honing weegt zwaar!) kun je bedenken of ze nog genoeg of te weinig voer hebben. Ik heb deze methode niet toegepast, maar weet dat ik twee sterke volken heb, met aan het einde van de zomer een zeer ruime hoeveelheid voedsel. Waar ik niets van weggenomen heb;)
En ik heb twee kleine, zwakkere volken die waarschijnlijk niet genoeg voedsel hebben als de winter lang duurt. Deze twee volken heb ik bijgevoerd met Fondabee suikerpasta.
De zakken worden helemaal leeggegeten, dus de bijen hebben het wel nodig. Twee zakken op voorraad werden zelfs in mijn schuur al leeggegeten. Ook muizen blijken er dol op te zijn...... :(
Een imker doet de bijenkast in de winter niet open! We werken niet 'in de bijen'.
Maar er zijn nog genoeg dingen die een imker wel kan doen
Een aantal taken van de imker in de wintermaanden zet ik op een rij:
  1. nieuwe kennis op doen via studiedagen, workshops, cursussen, vakbladen en boeken
  2. inventariseren van de benodigdheden voor het komende jaar
  3. schoonmaken en eventueel repareren van gereedschap en ander imkermateriaal
  4. raampjes timmeren of klaarmaken voor het nieuwe seizoen
  5. inventariseren van drachtplanten in de omgeving van de bijenvolken
1. Ik heb deze winter twee studiedagen gevolgd. Dit deed ik samen met de andere imkers van de cursus van afgelopen jaar. Op zo'n studiedag krijg je meestal een lunch, zijn er meerdere workshops en lezingen en allerlei stands.
Op de studiedag in Boskoop was er een stadsimker uit Rotterdam die vertelde hoe hij met 100 bijenvolken in de binnenstad van Rotterdam werkt. Zijn kasten staan op daktuinen en leegstaande terreinen. Hij werkt het liefst zonder beschermende kleding om mensen niet het gevoel te geven dat bijen gevaarlijk zijn. Op de Rotterdamse markt verkoopt hij zelf zijn stadse honing. In een workshop leerde ik wat over de koninginneteelt en dat ben ik ook gelijk weer vergeten. Ik geloof niet dat ik dit ooit ga doen.
Er was een speciale honingkeurmeester en mensen konden hun potje honing hiervoor aan het begin van de dag inleveren. Aan het eind van de dag werd over de kwaliteit wat verteld. In de pauze gingen we naar een geweldig grote tuin, waar niet alleen een complete kruidentuin, een uitgebreid insectenhotel en kippen rondscharrelden. Ook een moestuin, een ooievaarsnest en een vijver waren aanwezig. In de zomer, met een schoolklas kinderen, wil ik hier nog wel eens gaan kijken.  Tot slot was er een loterij met imkerbenodigdheden en Joke won een drachtplant.
De tweede studiedag was van de BD-imkers (biologisch dynamisch)  in Zeist. Het was een hele belevenis, er was een lezing in het Duits, er was heerlijke soep bij de lunch en de sfeer was heel relaxed. De workshops waren heel divers en gingen niet alleen over bijen. Er was een workshop over moestuinieren, tuingereedschap slijpen en creatief werken met was. Ik volgde een workshop over BD-imkeren en moestuinieren. Ik heb er niet veel van geleerd. Wel ga ik nadenken over de bestrijding van de varroamijt en of ik dat nog wel wil blijven doen.
Het allerleukste en meest intrigerende van de dag vond ik eigenlijk deze stand waar een bijzondere hangkorf te zien was. Een bevlogen mevrouw vertelde er van alles over. Ze vertelde over de natuurlijke neiging van de bijen tot rondbouw en hoe imkers met kasten juist hier tegenin gaan. Deze hangkorf is niet te koop, je moet 'm zelf maken. Maar eerst moet je al kunnen korfvlechten.  Ik vind deze hangkorf echt geweldig!
Volgende winter wil ik gaan leren korf vlechten en wie weet wanneer ik dan deze mooie korf ga leren maken.
2. De bijenwinkel in Naaldwijk waar ik regelmatig kwam, gaat ermee stoppen, hoorde ik. Dat is jammer! Ik heb er deze winter nog bijenvoeding gehaald en ik kocht er een tweede imkerpak speciaal voor Peter, die me af en toe wil helpen in de bijen. Ach, voorlopig heb ik genoeg benodigdheden en anders kan ik ook in Rotterdam of Wageningen terecht.
3. Het belangrijkste gereedschap van een imker bestaat uit een raampjesbeitel, een bijenveger en een beroker.
Met de beitel kun je de dekplank openen, die elke keer opnieuw weer vastzit. Bijen hebben namelijk de gewoonte om alle kieren en spleten van hun huis dicht te smeren met propolis. Met deze beitel worden ook de raampjes gelicht, oftewel opgetild bij een open kast inspectie.
Nu heb ik de beitel schoongebrand, zodat niet alleen de propolis, maar ook eventuele ziektekiemen of bacteriën verdwenen zijn.
De veger is bedoeld om de bijen met zachte dwang van een raampje of van jezelf af te vegen. De haren zijn zo zacht dat je de bijen niet beschadigd. Maar ook de wasmul kun je ermee van de bodemplaat vegen. Deze veger maak ik schoon in een sodasopje.

Mijn eens zo maagdelijk witte imkerjas, met witte hoed en kap eraan vastgeritst, moet in de was.
De hoed met metalen ring erin, kan in een sopje, mijn jas in de wasmachine.
Maarrrr......
helemaal wit krijg ik het niet meer. En ik ontdek dat propolis nergens meer uit gaat.
Dus een bolletje propolis in mijn zak stoppen, was niet zo'n handige actie ;).
4. Als je drie jaar dezelfde raampjes met was hebt gebruikt voor de bijen, kleurt het van zachtgeel naar donkerbruin. Er kunnen in oude was ziektes of ziekteverwekkers gaan zitten. Daarom is het belangrijk deze oude was regelmatig te vervangen. Omdat ik dit jaar pas begonnen ben, hoef ik nog geen wasraampjes te vervangen......  nieuwe raampjes timmeren is voorlopig ook niet nodig.
5. Op een studiedag hoorde ik meer over drachtplanten inventariseren. Drachtplanten zijn voor de bij aantrekkelijke planten, omdat ze òf nectar òf stuifmeel (pollen) òf beiden leveren. Hierdoor blijft een bijenvolk in leven. Dat er veel variatie is en genoeg voorraad is voor het aantal bijen, is hierbij belangrijk. Maar ja..... wat groeit er rondom de bijenkasten? Omdat ik een stadsimker ben en midden in een wijk zit, halen de bijtjes uit allerlei tuinen hun voedsel. Zij kennen geen grenzen. Om bij mensen aan te bellen en te vragen naar drachtplanten in hun tuin, gaat natuurlijk te ver. Gelukkig halen de bijen ook veel voedsel uit bomen en mijn moestuin en die van mijn twee medetuinders. Erg jammer dat er net vorige week zo'n vijftien (!) kastanjebomen zijn omgehakt hier vlakbij. En laten kastanjebomen nu net een geweldige leverancier van zowel nectar als pollen zijn. 
En in mijn eigen tuin staat de passiebloem die ook een geweldige drachtplant is. Maar of 't ie de vorst overleeft? Dat moet ik nog even afwachten......
Ach, ik ga niet alles in kaart brengen, ik merk het snel genoeg als de bijen genoeg voedsel binnenhalen. Ik moet ook maar een beetje vertrouwen hebben.

En nu maar hopen dat het spoedig echt voorjaar wordt!
Anders zitten zowel de bijen als ikzelf alleen maar binnen om warm te blijven.


En ondertussen, dat is dan weer het verschil tussen de bij en mij....
bak ik een heerlijk toepasselijke taart!