maandag 13 januari 2020

Bijzondere kaarsen (2): kroonkurken

Kaarsen maken is leuk.... en experimenteren hiermee is vrijwel grenzeloos. 
Je kunt overal kaarsen in maken.... 
Zoek een mal van glas, aardewerk, siliconen, hard kunststof of metaal....


En de allerkleinste vorm die ik kon vinden was een kroonkurk!
Zo'n metalen bierdopje.....
Ook daar kan een kaarsje in!
Deze superkleine kaarsjes zijn handig om met een laatste restje was te maken en met een klein restje lont.
Het belangrijkste waar je op moet letten bij het maken van kaarsen in een vorm, is dat de lont niet gaat drijven.
Want dan brandt de kaars nooit op.
Bij deze kroonkurkkaarsjes is dat wel een uitdaging.
Verzwaren met een moertje zoals ik bij de koffiekopjes-kaars deed, is niet mogelijk omdat de vorm te ondiep is....
Dus daar moest ik wat anders op verzinnen.
Lees mee hoe ik deze leuke, kleine kaarsjes maakte....

Kroonkurkkaarsjes

Benodigdheden:
  • restjes was van oude kaarsen in allerlei kleuren
  • kroonkurken van bierflesjes of andere frisdrankflesjes
  • lont, liefst de dunste maat
  • maatbeker
  • zeef
  • lege blikken
  • evt koelelement
Hoe pak ik het aan:
Smelt de verschillende restanten kaars en kaarsstompjes au-bain-marie in een blik die je in een pan met heet water zet. De smelttemperatuur van was is 56 graden...
Het mengen van kleuren gaat heel makkelijk en snel. Let op: als de was vloeibaar is, lijkt de kleur donkerder. Bij het stollen wordt de kleur lichter.
Je hebt verschillende lontdiktes die passen bij de dikte van een kaars. Bij deze ienie-mienie kaarsjes is een dunne lont van 2 mm of nog dunner van 1,7  mm geschikt.
Gebruik je een dikkere lont, dan kan deze  gaan walmen.
Ik gebruik voor deze kaarsjes vaak ook restjes lont. 

Uit een bestaande stompkaars bijvoorbeeld. Helemaal handig als ze al een verzwaard, metalen onderkantje hebben, een zogenaamd pitvoetje, zoals bij een waxinelichtje. 

Soms gebruik ik een ander restant lont... je hebt niet veel nodig bij deze kaarsjes.
Zorg dat je het vloeibare kaarsvet in een makkelijk te schenken kan of beker hebt.
Het schenken is een precies werkje bij deze kleine mal.
Maar eerst vouw je de lont in de kroonkurk.
Op deze manier gebruik ik een gewone lont. 
Een beetje vouwen en draaien en dan zo weinig mogelijk meer aanraken.
Je kunt de kroonkurken op een bevroren koelelement leggen...
en dan heel voorzichtig, zodat de lont niet verschuift of uit de vorm gaat, het kaarsvet erbij schenken.


Wil je het makkelijk, dan gebruik je een lont met een pitvoetje.

Als je goed kijkt zie je bij dit kaarsje, wat ik net gegoten heb - het kaarsvet is nog niet gestold - dat ik hier gebruik heb gemaakt van een kaarslontje met pitvoet. Deze kwam uit een oude kaars en kon ik goed recyclen.
Het stollen van het kaarsvet duurt bij deze kleine kaarsjes niet lang. 
Maak er fijn een heleboel tegelijk... dat staat gezellig!


Wil je vaker kaarsen maken: alles is ook online te vinden en te koop, hoewel mijn uitdaging er juist in ligt om het zó goedkoop mogelijk te doen, het liefst gratis.



Zijn ze niet erg leuk?
De brandduur is niet zo lang, ongeveer een half uur.
Ze zijn grappig om neer te leggen op onverwachte plekjes.
Bijvoorbeeld tussen plantjes in de vensterbank, op een schoteltje bij de koffie, 
op een dienblad met een ontbijtje op bed....
Of deel ze uit als originele traktatie op school.

En misschien kun je met jezelf af spreken dat je gedurende de brandduur van dit kaarsje niets móet!
Dat je even mag genieten van rust en ontspanning....
En dat is zó gek nog niet in deze tijd, toch?!


Meer lezen over kaarsen maken?
Ik maakte ook al eens stompkaarsen.
Klik hier!


en koffiekopkaarsjes.....
Klik hier!