dinsdag 28 mei 2019

Gado Gado met radijs en broccoli

Elk jaar denk ik weer: twee rijtjes radijs in de moestuin moet kunnen, dat is lekker. Maar elk jaar is het eigenlijk nét iets te veel. Vooral omdat ik de enige ben die ze echt lekker vind. En omdat je ze binnen drie weken wel moet oogsten en opeten, anders worden ze 'voos' aan de binnenkant, ze krijgen wormstekerigheid of ze schieten door, wat ten koste gaat van het radijsje.
Ik heb ooit een keer radijsjes ingemaakt, maar dat recept vind je hier niet terug. Het azijnmengsel werd prachtig roze (de kleur gaven de radijsjes af en bleekwit bleven ze achter) maar het was niet echt lekker. Stamppot met radijs i s wel heerlijk, maar niet om elke dag te eten. Dus bedacht ik een lekkere Gado Gado met radijs. Want dit nationale, Indonesische gerecht kent oneindig veel variaties en deze is dus vegan met radijs! Wat ik er allemaal bij verzon? 

Eigenlijk gewoon wat ik tegenkwam.... dat is zo leuk aan het zelf verzinnen van recepten. Ik kwam zelfs een klein roosje broccoli tegen in m'n kas. Eigenlijk moest hij nog minstens een week doorgroeien, maar ik kon niet meer wachten..... Het kwam - super vers - op m'n bord.

Deze Gado Gado leverde geen commentaar op aan tafel.... sterker nog: iedereen zat te smullen.
Behalve dochterlief: zij maakte deze mooie foto's bij dit blog. Credits to Faye :)

Gado gado met radijs

        voldoende voor 5 - 6 personen
Ingrediënten:
  • 30 radijsjes (mag iets meer zijn)
  • 250 g taugé
  • 1 (kleine) broccoli
  • 400 g tofu
  • 2 el tamari (Japanse, zoute sojasaus)
  • 3 el zonnebloemolie
  • 2 handsinaasappels 
  • drie kwart komkommer
  • 400 g zilvervliesrijst
        voor de pindasaus
  • 1 el olijfolie
  • 1 teentje knoflook
  • 1 kleine ui
  • 1 el ketjap
  • 1 tl sambal
  • 1 tl agavesiroop 
  • 300 tot 400 g pindakaas
  • sap van een halve sinaasappel
  • 750 ml water
Hoe maak ik het klaar:
Begin met het koken van de zilvervliesrijst volgens de aanwijzingen op de verpakking. 
Verhit de zonnebloemolie in een wok of koekenpan. Snijd de tofu in kleine blokjes. Doe ze bij de hete olie en bak ze op hoog vuur in zo'n 15 minuten krokant en licht bruin. Voeg wat extra olie toe, als je merkt dat het gaat aanbranden.
Blus ze, nog steeds op het vuur, af met de tamari. Draai het vuur wat lager en laat nog twee minuten bakken. De tofu zal de tamari opnemen, waardoor je een lekker zoute, rokerige smaak krijgt. Ook ideaal als je geen tijd hebt om je tofu te marineren. Zó breng je 'm op smaak.

De groente laten we rauw. Om het hele rauwe van de broccoli en de taugé af te halen doe je ze in een vergiet. Giet het kookwater van de rijst erover heen bij het afgieten. Spoel na met wat kokend water uit de waterkoker. De andere groentes blijven onverhit.

Was de radijsjes goed, haal het worteltje en het loof eraf op een klein groen stukje steel na (het handvaatje ;)). Snijd de broccoli in kleine roosjes. 


Was de sinaasappel en snijd deze overlangs in dikke plakken. Snijd de komkommer in plakjes, schillen hoeft bij een biologische komkommer niet en met schil zijn de plakjes steviger en meer decoratief.
Rangschik de groentes op de borden, zorg dat er tenminste vijf radijsjes op elk bord liggen. Zeven is ook een mooi getal voor deze kleurrijke, rode bolletjes. En de liefhebbers nemen gewoon zoveel radijs als ze willen :) Schep op elk bord een flinke lepel gebakken tofustukjes.

Nu is het hoog tijd om de pindasaus te maken.

Dat doen we in een handomdraai zelf, daar heb je geen zakjes of pakjes voor nodig!
Neem een steelpannetje en verhit hierin de olijfolie. Snipper de ui heel fijn, pers het teentje knoflook uit en voeg toe aan de olie. Fruit twee minuten op een laag vuur. Voeg vervolgens de ketjap, sambal en agavesiroop toe.
Roer goed door en voeg de pindakaas toe. 
Pers de sinaasappel uit en voeg het sinaasappelsap toe. 
Voeg in gedeelten het water toe onder goed, stevig roeren. Zet het vuur hoger en breng aan de kook. Blijf goed en stevig doorroeren. 
Als de saus gebonden is ben je klaar. Is 't ie te dik: voeg wat water toe. 
Is 't ie te dun: voeg wat pindakaas toe. 


Schep de rijst op de borden en verdeel de warme pindasaus aan tafel over de groentes en de rijst.

Variaties genoeg:
  • varieer met seizoensgroente, denk eens aan: peultjes, bonen, kool, gekookte aardappelen, paprika
  • serveer met cassave kroepoek 
  • voor niet vegans: geef er een gekookt ei bij

Dit gaan we vaker eten!! 
Ik nomineer bij deze dit recept tot moestuinrecept van het jaar! 
Elke maand heerlijk vers met telkens andere groentes.



Eet smakelijk!!

Geen opmerkingen: