Vast een foutje... gatenkáás moet het zijn op dit foodblog!
Nee, je leest het goed: ik maakte gatenkaarrrrs, drie stuks!!
De naam is een beetje vreemd en klinkt in het Engels leuker: Lace Candle,
letterlijk kantkaars. Het dekt niet helemaal de lading, vandaar mijn naam: gatenkaars!
Na twee jaar sparen puilt mijn voorraad kaarsstompjes - die ik van alle kanten krijg - behoorlijk uit.
Het tuinseizoen barst volgende maand pas echt los, nu is het tijd om kaarsen te maken.
Het is nog steeds winter en 's morgens als ik opsta is het donker buiten.
Elke ochtend steek ik eerst een paar kaarsjes aan, totdat de zon opkomt.
De theepot gaat gezellig op het lichtje op de ontbijttafel.
Gezellig, verwarmend en ik word er blij van.
Ik heb een paar fijne dagen kaarsen-maken achter de rug en ben nu zo'n 40 kaarsen rijker.
Het is ontzettend leuk om te doen en het kost je - behalve tijd - bijna niets.
Zeker omdat ik deze keer ook verschillende lonten zelf maakte.
Ik houd trouwens niet alle kaarsen zelf, hoor. Ze zijn veel te leuk om níet uit te delen.
En er staan er een paar in mijn winkeltje....
Deze gatenkaarsen maakte ik al eens eerder,
maar hoe maak je nu zo'n feeërieke, sfeervolle gatenkaars?
Het is eigenlijk een trucje en als je het eenmaal weet is het heel simpel...
Kijk maar mee!
Gatenkaars
voor 1 gatenkaarsje
- kaarsstompjes en restjes kaars in één kleur
- diner- of tafelkaars in dezelfde kleur
- leeg pak melk ofzoiets of lege pringlesbus
- 30-40 ijsklontjes
verder nodig - coldpack
- oude pan
- groot blik
- maatbeker
- hamer, deegroller of blender
- zeef met kaasdoek
- aluminiumfolie of oude kranten
Hoe maak ik het:
Reserveer voor het maken van kaarsen spullen die je verder niet meer nodig hebt... je krijgt ze namelijk nooit meer goed schoon.
Om dezelfde reden dek je je werkblad af met oude kranten of aluminium folie... dek ook het fornuis maar af.
Verwarm de kaarsstompjes in een groot, ruim blik au bain marie in een pan met kokendheet water. De smelttemperatuur van was is ongeveer 52 tot 55°C, afhankelijk van de toegevoegde stoffen in het kaarsvet.
Houd de dinerkaars apart.
Spoel de lege verpakking goed schoon en maak droog, dit is je mal.
Zet op een coldpack, zodat de onderkant van de kaars snel(ler) stolt.
Zet de dinerkaars in het midden van de vorm en giet een dun laagje van het gesmolten kaarsvet op de bodem. Fixeer hiermee de dinerkaars.
Als deze stevig rechtop staat, pak je de ijsblokjes. Mijn voorbereiding is eigenlijk de dag ervoor al begonnen met het aanleggen van een voorraad ijsblokjes.
Normaal gesproken heb ik er geen 40(!) op voorraad ;)
Doe de ijsblokjes in een zak en verpak in een handdoek of theedoek.
Sla ze met een hamer kleiner. Je kunt ook een deegroller gebruiken of in een blender crushen.
Maak ze niet té klein!
Doe de ijsblokjes en het ijsblokjesgruis in de kaarsmal, rondom de rechtopstaande dinerkaars,
op het laagje inmiddels gestolde kaarsvet.
Vul tot boven aan toe.
Zeef het kaarsvet met behulp van een zeef waarin je de kaasdoek of een dunne theedoek legt.
Zo blijven oude lonten, plakkers en stof achter en krijg je schoon kaarsvet.
Schenk het kaarsvet voorzichtig op en tussen de ijsklontjes.
Het kaarsvet zal door de kou extra snel stollen.
Na een klein uurtje is je kaars klaar.
Houd hem eerst ondersteboven bij de wastafel, zodat het
smeltwater kan weglopen en je geen waterballet in huis krijgt.
Scheur dan de verpakking open en kijk hóe mooi en bijzonder
het kaarsvet is gestold rondom de ijsblokjes.
Prachtig en verrassend, al die gaten.
Valt niet tegen, hè?! Zo makkelijk is deze kaars te maken!
Oh ja!
Deze kaars brandt redelijk snel op.
Maak er een paar extra, zodat je ze komende Kerst als blikvanger kunt branden.
Voor nu: geniet van warmte en gezelligheid in huis!