dinsdag 15 september 2020

Sloe gin of slow gin


Op wildpluk woensdag liep ik een rondje door de buurt, op zoek naar....  
Ja, vlierbessen en hazelnoten leken me wel wat! Opeens zag ik aan de andere kant van een groot veld drie mensen bij de haag met struiken lopen zoeken en snuffelen. Hé.... mede wildplukkers! Daar moest ik op af.
Ze plukten geen bramen -die overigens begin september al bijna overal ingedroogd zijn - vogels halen er zelfs hun neusje voor op...

Nee, ze plukten sleedoornbessen. Laat ik daar nu juist in mijn vakantie, zittend naast een beekje, een vraag van Conny over krijgen. En ik zat tegenover de sleedoornbessen, die aan een hoge doornige struik aan de overkant van het beekje groeiden.  Ze lijken wel wat op kleine pruimen, maar eetbaar zijn ze niet echt. Ze zijn vre-se-lijk zuur en ik neem dat voor deze ene keer gewoon voor waar aan  zonder het zelf te gaan proberen.

De collega-wildplukker die ik tegenkwam, vertelde wat hij dan wél deed met die twee zakjes geplukte sleedoornbessen. "Eerst invriezen  misschien?",  vroeg ik nieuwsgierig.  Oh nee.. het schijnt dat ze door de vorst zoeter worden - het zetmeel wordt immers onder invloed van kou omgezet in suikers - net als bij spruitjes en mispels. Maar ook dan zijn ze nog niet te pruimen (aha... vandaar die pruimen gelijkenis, ha, ha)
Nee, sloe gin maakten deze wildplukkers ervan. Ik had hier nog nooit van gehoord, dus dacht eerst dat hij 'slow gin'  zei. En natuurlijk, net als andere likeuren is het een lang-zaam proces om een likeur te maken, maar 'sloe' is in dit geval het Engelse woord voor sleedoornbes. Weer wat geleerd!
Hij deelde me niet de besjes, wel het recept. En vertelde over het grote geduld dat je moet hebben. Pas na zo'n elf jaar is hij volgens 'kenners' goed op dronk. "Maar wat ook kan", vertelde de vrouw die erbij stond, "is elk jaar twee flessen maken: eentje om op te drinken, eentje om te bewaren voor later." 
En de suikertoevoeging gaat gewoon op smaak. Zij voegen zelf niet zoveel toe, maar dat ga ik wel doen, zoetekauwen dat we hier thuis zijn. ;)
Toen ik verder liep zag ik dat ze nog een struik hadden overgelaten en plukte ik sleedoornbessen voor mijn experiment met sloe gin.

Thuis gekomen googelde ik nog wat meer over de sleedoornbes en bekeek ik meerdere recepten. Aan de hand daarvan maakte ik mijn sloe gin.

Sloe gin of sleedoornlikeur 

      voor ongeveer 1 liter 

Ingrediënten:

  • 350 gram sleedoornbessen
  • 6 amandelen
  • 1 fles gin van 0,7 l
  • 300 g kristalsuiker

Hoe maak ik het klaar:
Baat het niet dan schaadt het zeker niet: ik deed de sleedoornbessen eerst een nachtje in de vriezer.
De volgende ochtend had ik twee schoon uitgekookte flessen met brede hals, klaar staan. 
Ik verdeelde de besjes over de twee flessen.
Ik kwam ergens de tip tegen om amandelen toe te voegen voor een lichte amandelspijssmaak. Dat kunnen we natuurlijk best proberen, klinkt goed! En ik deed drie amandelen, licht gekneusd in de ene fles en drie in de andere.
Vervolgens voeg je de suiker toe en overgiet je alles met de gin.

Per fles deed ik er dus 350 ml gin bij.
Jaren geleden had ik deze gin gekocht om een likeur of iets dergelijks te maken 
en vervolgens was ik het idee (en recept) kwijt geraakt. Komt nu prachtig uit om de gin te gebruiken.
En nu komt het grote wachten.....
Wachten, wachten en nog eens wachten....
Want pas na 3 maanden mag de sloe gin, die zo 'slow' bereid wordt, gezeefd worden.
Hoewel de besjes er aan de struik paarsblauw uit zien, kleurt na één dag de gin al diep donkerrood. Prachtig!
Regelmatig schud ik de gin goed door zodat de suiker wordt opgenomen en niet op de bodem blijft.
Na het zeven schenk je de mooie donkerrode sloe gin in een mooie fles of in een karaf voor op tafel.
Mooi hè?! Je plukt in de nazomer alvast voor een drankje met Kerst.

Ik kan alleen niet zo lang wachten met dit blog te plaatsen, dus de smaak-update komt later.
Voor nu alvast dit idee, zodat ook jij aan de slag kunt met sleedoornbessen zoeken en plukken.
Het is namelijk sowieso genieten om in de natuur te zijn, te wandelen en je te verwonderen over wat er allemaal groeit. 
Ik geniet er nog eens extra van als ik ontdek dat veel eetbaar is of zelfs voor medicinale doeleinden gebruikt kan worden. 
Geweldig Ontwerp zit hierachter!
Dat worden warme herinneringen met Kerst.....toch?!



Suikertoevoeging: houd je van erg zoet, voeg dan de dubbele suikerhoeveelheid toe. 
Mag de smaak wat scherper: voeg dan de helft van de suiker toe.
Ook later in het proces kun je nog wat suiker toevoegen....



2 opmerkingen:

Willem zei

Sleedoornpruimen ken ik al van kindsbeen aan. We noemden ze altijd bekkentrekkers, vanwege hun extreme zuurheid. Als de vorst erover was gegaan werden ze wel iets zoeter, maar werden ook wranger. Toch aten wij ze wel op de zwerftochten die we ondernamen.Ze vulden wel enigszins, maar hun grootste verdienste voor ons was dat ze speekselopwekkend waren en dus hielpen tegen de dorst. Of misschien beter gezegd; ze bestreden het gevoel van dorst, wat de vogelkers ook deed. En dan bedoel ik echt de inlandse vogelkers en niet die geïmporteerde Amerikaanse vogelkers. Die hadden superkleine vruchtjes met nauwelijks vruchtvlees. En volgens een instructeur uit mijn militaire diensttijd (1964) waren ze dodelijk giftig. Althans hij raakte volkomen in paniek toen hij zag dat ik die vruchtjes at omdat we om een of ander militair geheim geen water mochten drinken tijdens de veldoefening, ondanks dat we een gevulde veldfles bij ons droegen. Hij verwachtte kennelijk dat ik ter plekken neer zou zijgen en de laatste adem uit zou blazen.
Maar om terug te komen op de sleedoornpruimen; mijn moeder gebruikte ze om de jam beter te laten geleren. De vrucht bevat enorm veel pectine en de zure smaak ies, wat mij aangaat, een mooie frisse tegenhanger van die enorme hoeveelheden suiker die jam maken nou eenmaal vraagt.

Tamar zei

Wat een gewéldig verhaal, Willem! Ik heb ze nog niet rauw van de struik durven eten, maar ga het toch eens proberen. Bedankt voor de jamtip! Super!